woensdag 18 december 2013

Wolf?

 
Was het een wolf? Ja, ik denk het wel of sterker, ik weet het zeker, ik heb een wolf gezien!

Vorige week reed ik in het donker terug vanuit Skien, na weer een verhuisklus. Het was glad dus reed ik niet zo hard. Na een bocht zag ik langs de kant van de weg een vrij groot beest lopen. Eerst dacht ik dat het een hert was, maar de bewegingen en het loopje waren anders. Ook had het niet het typerende witte kontje. Het is maar waar je op let...Het dier draaide zijn kop om in het licht van mijn koplampen. Een kop van een herdershond, maar dam met meer zwarttinten, en een grijze vacht. Prachtig! In de omgeving waar ik reed zijn nauwelijks huizen en er is niemand hier die het in z'n hoofd haalt om z'n hond in het donker, los langs de weg te laten lopen. It must be a wolf!


Foto uit een lokale krant van een wolf in Skien
We weten dat er hier wolven voorkomen, maar de kans dat je er één ziet is niet zo groot want het gaat om zeer kleine aantallen.
Veel Noren worden al helemaal gek als er één enkele wolf gesignaleerd wordt en trekken massaal ten strijde. Afgelopen zaterdag is de jacht geopend op de wolf op de foto in Skien. 1.700 aanmeldingen om mee te doen. Leuk tijdverdrijf op de vrije zaterdag......Alsof het volksvijand nummer 1 is en in troepen de mens belaagt! In de hele fylke (provincie) Telemark zou het gaan om een handjevol wolven, op een immens grondgebied. De wolf is een schuw dier dat mensen uit de weg gaat en zich heus niet zal storten op het hondje dat je net aan het uitlaten bent. Er wordt elkaar angst aangepraat en het provinciebestuur heeft in al haar wijsheid besloten dat Telemark 'wolvenvrij' moet zijn. Dus schieten maar..!

De volgende dag vertelde ik Arild, mijn baas bij het verhuisbedrijf, schoorvoetend van mijn 'ontmoeting'. Misschien was hij ook wel een jager...Zijn reactie was overduidelijk: alleen een enkele schapenboer moet op zijn hoede zijn en het is 'helt idiot' dat er massaal en hysterisch gejaagd wordt op de wolven. Die beesten horen hier, ze waren hier eerder dan wij, hebben hier hun territorium en daar hebben we het mee te doen. Waarvan akte.

Vorige week stond ook deze foto in de krant. Een eland met haar kalf, die dagelijks de veranda en tuin bezoekt van een woning in Kragerø, hier niet zo ver vandaan. De dieren worden door de bewoners en hun buren bijgevoerd en beschermd tegen de jacht.

Noren en hun jachtgevoel, het zal nooit wennen.

 

zondag 8 december 2013

Harryreisje

Veel Noren steken regelmatig de grens over naar Zweden, om inkopen te doen: de prijs van veel levensmiddelen ligt daar een stuk lager dan hier, en het aanbod is gevarieerder. Je kunt er bijvoorbeeld allerlei soorten kaas kopen - wat in Noorwegen kaas heet smaakt niet zo naar kaas, vinden wij. Vlees, broodbeleg, boter, pizza's, kattenvoer en chocola bijvoorbeeld, kosten hier bijna twee keer zo veel als in Zweden. Maar ook alcohol en tabak zijn daar een stuk goedkoper, dus er wordt flink gesmokkeld. Dat is een publiek geheim en sommigen maken er een sport van, om met vele malen meer dan is toegestaan thuis te komen. Een 'harryreise' heet zo'n tocht, geen flauw idee waarom, maar vroeg of laat maakt iedereen 'em. Zo ook wij. Uit nieuwsgierigheid, en met een vrijkaart voor de boottocht, gekregen van onze vriendin Marit.
 
 
We reden naar de haven van Sandefjord en voeren op een enorm cruiseschip in 2,5 uur de Oslofjord over, naar Strömstad. Het was een koude maar stralende dag en een mooie oversteek.
 
 
Aan boord ontstonden onmiddellijk rijen voor het buffetrestaurant, voor vette worstjes en peperdure bordjes fletse patat, en vervolgens dromde het publiek naar de winkels en de taxfree shop. Waar iedereen die iets aanschaft bij de kassa weer een vrijkaartje voor een volgend bootreisje krijgt: Colorline stunt flink om harryreisjes aantrekkelijk te maken.
Om het betaalbaar te houden hadden wij een braaf broodtrommeltje en een thermosfles met koffie meegenomen, en met wat leesvoer op schoot vloog de reistijd om. Olav had ons gewezen op Nordby, 20 minuten voorbij Strömstad, een monstrueus winkelcentrum, waar we ons vergaapten aan de grote hoeveelheid winkels.
 
Eigenlijk liepen we een beetje als kippen zonder kop door het centrum, met een onaangenaam Hoog Catharijnegevoel, maar we konden wel met een paar interessante boodschappen (en slechts een paar pakjes sigaretten te veel) halverwege de middag de onbemande grenspost passeren. De terugreis deden we over land, met alleen de pont van Moss naar Horten, een 20 minuten durend tochtje dat we vaker maken (want in Moss zit onze glasleverancier).
Omdat het nu snel koud en donker wordt - de zon verdwijnt al om half 3 's middags achter de bergen en is er 's morgens pas rond 10 uur - en omdat de wegen nog begaanbaar zijn zonder sneeuw, hebben we deze week het harryreisje herhaald. Dit keer met een gerichte boodschappenlijst en een keurig lijstje met Noorse prijzen, om te kunnen bepalen wat wel en niet de moeite waard is om in te slaan. We wisten nu precies waar we moesten zijn en wat we wilden kopen. Beetje smokkelen kon dus makkelijk dachten we, maar oei, nu was er wel tolcontrole....Tot onze opluchting liet de vervaarlijk streng kijkende douanebeambte ons doorrijden, terwijl de auto achter ons de klos was. Pffffff!
 
De volgende dag was het 5 december, en wat we op het dak hoorden stommelen was jammer genoeg niet het paard van Sinterklaas. Het waren de bakstenen die de plastic noodvoorziening op het dak op zijn plaats moesten houden; ergens zit een kleine lekkage die Olav provisorisch had verholpen. Niet dus: ook Noorwegen werd die dag en nacht geteisterd door een hevige storm, en hoewel het hier in Telemark allemaal erg meeviel rolden de zware bakstenen zomaar van het dak...Het plastic zeil bleef als een rare verfrommelde hoop achter, half om de schoorstenen gedrapeerd.
 
Vervolgens viel de stroom uit. Eerst tegen vijven, toen we even op de bank zaten met een borrel - okay, geen man overboord, gewoon wat kaarsjes aan en na een kwartiertje was er weer licht. Maar terwijl we later boven de nieuwste lichting wijn aan het bottelen waren was het weer hommeles, en dit keer urenlang. We konden gelukkig nog een prak stamppot in een pannetje op de houtkachel opwarmen. Groot kampeergehalte die avond, zonder muziek, zonder pc....En zo hadden we noodgedwongen een vrije avond! Met zaklantaarns en hoofdlampjes én kaarslicht hebben we voor het eerst sinds lange tijd zomaar zitten lezen, dicht bij elkaar, dicht bij de kachel, en pas diep in de nacht floepte er hier en daar weer een lamp aan. Toen we al lang lagen te slapen.
 
Als je voor je eigen bedrijf werkt ben je nooit vrij, realiseerden we ons onlangs. Er is niet zoiets als een weekend, er zijn geen echte vrije dagen. We zijn regelmatig tot laat in de avond bezig met van alles, van etiketten plakken op de potjes tot het bijwerken van de boekhouding en er is altijd een eindeloze reeks dingen te doen. Zo nu en dan breekt ons dat dan ook op en zijn we allebei ineens heel moe. Een door een storm kapotgewaaide kabel of een omgevallen boom: ze zijn dus af en toe welkom. Lezen we weer eens een boek, zonder het nare gevoel dat er nog zoveel nuttige en nodige taken wachten.
 
Een harryreis kost ons al met al een hele dag: om 8 uur vertrekken, en om tegen half 7 thuis te kunnen zijn hebben we op de kop af 2 uur om boodschappen te doen. Voorlopig is het genoeg geweest, zeker nu het er sinds vanochtend zó uitziet:
 
 
 
Henk heeft alweer rode konen van het sneeuwscheppen, om ons huis en de winkel in wording bereikbaar te houden.
 
 
 
 
 
Het is half 6, min 7 en de hemel is zo helder dat de temperatuur nog wel flink omlaag zal gaan vannacht. Sinterklaas is ons voorbijgegaan, maar Koning Winter is gekomen.

zondag 24 november 2013

Lost and found

Gisteren, zaterdagochtend, hoorden we heel vroeg een zwaar gebrom in de buurt van ons huis. We konden het niet meteen thuisbrengen en sloegen er verder geen acht op. We wilden deze dag gebruiken om verder te klussen in de winkel beneden, maar eerst zaten we met een kop koffie en een sudoku wat bij te komen. Weer dat gebrom. Een grote helikopter vloog heel langzaam in cirkels in onze omgeving. Als een enorme bromvlieg hing hij voor en boven ons huis en onze tuin. De glazen in de kast trilden. Geen idee waar dit voor diende. Waren ze voor Googlemaps bezig of zo?
 
 
Toen Aleid onder de douche stond ben ik maar eens gaan kijken op de nieuwspagina's op internet. Tot mijn stomme verbazing en grote schrik bleek er, hier in Henseid, een meisje van 17 te worden vermist. Er werd al vanaf 2.00 uur 's nachts door de politie naar haar gezocht. Politie en tal van hulpdiensten hadden hun intrek genomen in het plaatselijke Grendahus (= buurthuis). Dat is nog geen 300 meter bij ons vandaan! En wij zitten hier maar wat te lummelen! Snel aankleden, een boterham en naar buiten. Ik wilde wat doen, helpen, maar hoe? De buurman die eerst ook z'n normale zaterdagse dingen deed, had ook nog maar net gehoord wat er aan de hand was. Olav ging zich melden als vrijwilliger om te helpen zoeken, dus ging ik met hem en Malin, zijn dochter, mee naar het Grendahus.
Dat bleek omgetoverd in een heuse commandopost, waar politie, reddingwerkers van het Rode Kruis en nog een paar clubs de zoektocht aan het coördineren waren. Werkelijk alles was uit de kast getrokken: hondenbrigades, politieboten, boten van het Rode Kruis en een zware Sea King-helikopter die met warmtezoekers de omgeving aan het scannen was. Het wemelde er ook van de vrijwilligers, die al terugkwamen van hun zoektocht, of, zoals wij, nog op zoektocht zouden gaan.
Aanmelden als vrijwilliger dus, met naam en mobiele telefoonnummer en dan wachten tot je wordt ingedeeld in een ploeg om een opgegeven zoekgebied uit te kammen, onder begeleiding van de georganiseerde reddingwerkers.
 
Veel Nederlanders die in Noorwegen wonen zijn verbaasd en willen nog wel eens klagen over de slechte georganiseerdheid en het gebrek aan planning in dit land. Maar hoe deze operatie werd aangepakt was werkelijk indrukwekkend. Dit kunnen de Noren dus wél, dacht ik, met het schaamrood op mijn kaken...
Jong en oud had zich aangemeld als vrijwilliger. Lange puberslungels, pensionados en meisjes, leeftijdgenootjes van het vermiste meisje, met bedrukte koppies. Het leek de gewoonste zaak van de wereld, dat iedereen zich inzette om het vermiste meisje te zoeken.
 
We popelden om op pad te gaan maar moesten wachten op de laatste, gedetailleerde instructies van de politie. Uiteindelijk zijn we in ploegen van elk 10 mensen op pad gegaan. Het gebied dat we moesten doorzoeken bleek een steile wandbeklimming! Ik klauterde naar boven over bevroren rotsen, mos, heide en omgevallen bomen. Ik ben toch duidelijk niet gewend aan dit soort terreinen! Ondanks de kou zweette ik als een otter. Links en rechts werd ik ingehaald door mensen van boven de 70 en stevig gebouwde huismoeders die als klipgeiten naar boven en weer naar beneden stoven...
 
Rond een uur of drie 's middags kregen we het bericht dat we terug konden komen. We waren volgens ons nog niet klaar met het hele gebied, dus wat was er aan de hand? Een beetje bedrukt en stil liepen we terug naar het Grendahus. We wisten niet wat ons te wachten stond. Goed bericht, fout bericht, geen bericht?
 
Bij het Grendahus is er bedrijvigheid en geroezemoes. Ik hoor dat het meisje is gevonden maar versta niet alles. Ik vraag er naar. "Hun lever", zeggen ze, "ze leeft!".
Een vreemd soort emotie maakt zich van mij meester. Ik weet niet naar wie ik gezocht heb, maar het voelt alsof het mijn eigen dochter is. Ik sta te trillen op mijn benen.
Op tijd, voor het donker en weer kouder wordt, is ze gelukkig gevonden. Een tweede nacht in de vrieskou zou ze niet overleefd hebben.
Het meisje is gevonden dankzij het doortastende en vastberaden optreden van politie, reddingwerkers en vrijwilligers. In totaal zo'n 100 mensen. Zoveel mensen wonen er lang niet in Henseid!
Het hoe en waarom het meisje in het bos terecht is gekomen houdt de gemoederen nog bezig, maar is nu eigenlijk niet interessant. Ze leeft en is teruggebracht in de veilige armen van haar ouders. Daar gaat het om.
 
Ik loop naar huis, schiet vol als ik weer bij Aleid ben en vertel wat er gebeurd is.
Ik ben onder de indruk van de vanzelfsprekendheid waarmee mensen elkaar hier helpen. Ik ben blij dat ik deel uit mag maken van deze samenleving en ben daar ook wel trots op. 
 
Foto uit een regionaal dagblad: een bootje van het Rode Kruis dat het water van het Tokemeer voor ons huis afspeurde. Links ons huis.

 
Het meisje is in zwaar onderkoelde toestand in de traumahelikopter afgevoerd naar het ziekenhuis in Skien. Inmiddels is bekend dat ze slechts lichte verwondingen heeft en dat haar toestand stabiel is. Henseid haalt opgelucht adem.

  
 
    
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 


dinsdag 19 november 2013

En dan die taal...


Na ruim anderhalf jaar hier is ons Noors nog steeds niet wat het zou moeten zijn: we redden ons steeds beter, maar de taal echt vloeiend spreken gaat nog niet. Weliswaar hadden we in Nederland al les gehad en met succes het examen basisniveau gedaan, maar na onze verhuizing ontbrak het ons aan tijd om die lessen, per skype, voort te zetten en ook het tweede niveau te behalen. Op de school in Drangedal hebben we een paar maanden in de klas gezeten met volwassenen uit alle windstreken. Dat was vooral gezellig, maar erg veel staken we daar niet op. Toen het na verloop van tijd in de catering zo druk werd dat we ons die ene schooldag per week niet langer konden veroorloven bood de avondklas voor immigranten uitkomst. Helaas is die nu wegbezuinigd en zijn we weer aangewezen op eigen initiatief. Leren, lesjes maken, rijtjes stampen?
Boeken, cursusmateriaal en naslagwerken genoeg, dat is het punt niet.


Noors lezen en schrijven, daarvoor draaien we onze hand nauwelijks meer om. Maar waar het vooral om gaat is praten en verstaan. Met name dat laatste levert nogal eens problemen op. Grammaticaal is Noors helemaal niet gecompliceerd - maar qua taalverscheidenheid is Noorwegen een behoorlijk gecompliceerd rommeltje! Niet zozeer omdat er twee officiële talen zijn, Bokmål en Nynorsk (wij hebben Bokmål geleerd), maar omdat het hier letterlijk wemelt van de dialecten. Ook Drangedal heeft een eigen dialect, en als je het dorp uitrijdt wordt er voorbij de volgende bocht in de weg alweer een compleet ander, voor ons onverstaanbaar taaltje gesproken. Zo'n beetje elke provincie, regio, streek, stad, dorp, gehucht, buurtschap kent een eigen woordenschat en een van de officiële talen afwijkende uitspraak én tongval. En dan heb ik nog niet eens de intonatie genoemd, die hier zangerig en daar juist zeurderig is...

Geen moeilijke taal zei ik, nee, want er zijn veel overeenkomsten met Nederlands, Engels, Duits. En juist die leiden soms tot verwarring. Kijk naar een eenvoudig plaatje uit een lesboek:

 
en dan naar de benaming van de genummerde voorwerpen:
 
 
 
Een (school)bord is dus een 'tavle', terwijl een tafel een 'bord' is...Logisch, toch?
Het persoonlijk voornaamwoord 'ik' is in het Noors 'jeg', maar dat spreek je uit als 'jij' - ook zo handig.
En zo zijn er talloze woorden waar je je gemakkelijk mee kunt vergissen omdat ze associaties oproepen waarmee je zomaar de mist in gaat. Als op de televisie wordt gezegd dat de film 'straks' begint en ik denk tot die tijd nog wel even de was te kunnen afhalen, blijk ik, terug met een armvol wasgoed, de eerste 10 minuten van de film te hebben gemist: het Noorse 'straks' betekent namelijk 'nu'.
Als iemand hier een 'matpakke' meekrijgt is dat niet een maatpak, bijvoorbeeld om naar de stomerij te brengen (wat al helemaal onmogelijk is, want stomerijen bestaan hier niet), maar een lunchpakketje. De vraag 'slett?' na lezing van een tekstbericht op mijn telefoon was de eerste keer ook zo raar - nou zeg, dacht ik, maar het betekent gewoon 'weggooien?'...
 
Toen we jaren geleden voor het eerst door Noorwegen trokken, oude kerkjes bezochten en over de bijbehorende kerkhofjes wandelden viel ons op hoeveel mensen hier Fred heetten, omdat dat op zoveel grafstenen stond. Totdat we begrepen dat de doden 'vrede' werd gewenst.  Als iemand vraagt of je de deur, etterbak, wilt sluiten, is dat geen belediging, maar het verzoek om de deur achter je dicht te doen.
 
Op de radio werd een tijd geleden een voetbalwedstrijd Noorwegen-Islam aangekondigd. Wat? dachten wij, wat moeten we ons daarbij voorstellen? Hoe organiseren ze zoiets? Bleek het te gaan om Noorwegen-IJsland (ieeslaaan, zeggen ze). Van die dingen.
 
Henk kent vanaf het begin weinig gêne over die taal en ons steenkolen-Noors. Hij praat met gemak en begaat af en toe ook met het grootste gemak hilarische blunders. We moesten eens een taart ergens afleveren, een typisch Noors baksel, genaamd 'Kringlekake'. Toen hij de doos met een charmante glimlach overhandigde aan de klant zei hij "alstublieft, hier is uw Kranglekake!". Oei!! 'Krangle' betekent 'ruzie maken'...Hier is uw ruzietaart....
Of toen we een spannend gesprek hadden gehad met de voor ons belangrijkste man van de gemeente, en Henk bij de deur ten afscheid vrolijk riep "vi snekkes!" Oei!! "vi snakkes" is heel gebruikelijk als afscheidsgroet, zoiets als "we spreken elkaar" - maar een snekker is een timmerman. Dus waarschijnlijk heeft Henk zoiets gezegd als "we timmeren elkaar!". Ik heb zelden zo gelachen.
 
Corrigeren doen de meeste Noren niet, als je iets fout zegt of verkeerd uitspreekt. Enerzijds uit een vorm van bescheidenheid: ze vinden het al gauw geweldig als een immigrant probeert hun taal te spreken. Niet handig voor ons, want als je niet wordt verbeterd gaat het leren traag. Anderzijds zijn Noren gewend aan afwijkende woorden en een rare uitspraak, vanwege de tientallen dialecten die in de omloop zijn. Als je niet precies hetzelfde praat als zij zijn ze eerder geneigd te denken dat je een paar dorpen verderop woont, of dat je van de andere kant van de bergkam vandaan komt. En dat is voor ons dan weer een voordeel - we staan dus niet zo snel voor gek.
 
Ik vind Noors meestal niet een mooie taal, qua klank, maar dat is een kwestie van smaak. Er zijn wel mooie en grappige woorden. Mijn lievelingswoord is 'kanskje', uitgesproken zonder die tweede k, en dat betekent 'misschien'. Treffend!
 
Gelukkig hebben we een oud-lerares in Drangedal bereid gevonden ons privéles te geven, vooral in conversatie. Sinds kort gaan we elke week een avondje bij haar thuis praten en oefenen. Else, zo heet het fragiele krasse knarretje van 71, laat ons kiezen welke avond - we weten namelijk niet altijd lang van tevoren wanneer Henk moet werken en hoe lang de verhuisklus in beslag neemt. "En komt het niet uit," zegt ze, "stuur me dan maar een sms, want ik heb m'n mobieltje niet altijd bij me. Bijvoorbeeld als ik aan het hout hakken ben".....
 
 
Dit is ze, Else Selman, die ooit de lerares was van de beroemde Noorse schrijver Kim Leine. Hij won twee weken geleden de prestigieuze prijs voor Scandinavische literatuur (de Nordisk Råds Litteraturpris 2013) voor zijn boek 'Profetene i evighetsfjorden', een magistrale historische roman die zich afspeelt in Groenland. In het Nederlands vertaald als 'De profeten in de eeuwigheidsfjord'. De Noorse omroep benaderde Else om commentaar, waarop ze zich naar de school spoedde om haar felicitatie op het schoolbord te schrijven.
 
Die taal...het zal nog wel even duren voor we zo'n boek in het Noors kunnen lezen. Maar we redden ons, steeds beter. Zeker nu Else ons ook de belangrijkste kneepjes van het Drangedalse dialect bijbrengt. Ze heeft beslist dat dat nodig is. 
 
 
 
  
 


 

donderdag 7 november 2013

Pianopech

Heb je zó'n imposante zonnebril, kun je nóg geen swingend potje piano spelen...de oude piano hebben we namelijk in Nederland achtergelaten. Geintje, maar helaas, vind ik nu, want wat in Utrecht niet kon, kan hier wel: lawaai maken zonder er iemand mee te storen.

 
Tweemaal pech is het eigenlijk. Henks dure multifocale zonnebril op sterkte bleek plotseling verdwenen, en die is onmisbaar: autorijden kan hier heel vaak echt niet zonder zonnebril. Daarom snel deze voorlopige oplossing aangeschaft: een zeer grote bril die over zijn normale bril past. Geen gezicht 2013, maar wel zo veilig. En om de torenhoge kosten te vermijden die we hier zouden moeten maken voor het laten aanmeten van een nieuwe zonnebril (en ook oogmetingen en alles wat verder bij zoiets komt kijken) hebben we via e-mail onze vertrouwde opticiën in Utrecht geraadpleegd. Die bleek gelukkig nog alle gegevens in het dossier te hebben, en goede service te kunnen verlenen. Dus is een nieuwe zonnebril in de maak, die wordt opgestuurd. Duur grapje, ja, maar nog altijd minder duur dan een Noors exemplaar.
 
 
Inmiddels heeft de herfst ook in Telemark zijn intrede gedaan; klein terugblikje op de Indian summer is echter wel op z'n plaats. Zie hier mijn hartverscheurend blauwe dagbloemen van eigen kweek...Elke dag een stuk of 10 op het terras, prachtige klimmers met hartvormige bladeren. En dan de tomaatjes - zowel op het terras als in het groentenbed hebben ze gefloreerd. De opbrengst voor een experimenteerjaar was helemaal zo slecht nog niet.
                                                                                                                                                                       
                    De natuur zelf heeft gezorgd voor prachtige rozenbottels in de tuin, die we na de eerste nachtvorst konden oogsten om er jam van te maken. Hoop werk, maar de moeite waard. 

Zo ook met de appels in de bomen van de buren. Van de 3 bomen is er maar eentje die goed eetbare, lekkere appels geeft, maar met die van de andere 2 wordt niets gedaan. Behalve door de herten, die ze graag komen eten, en door ons: van de valappels fabriceren we heerlijke, zuivere appelstroop! Kon nog wel eens een gat in de markt zijn, want appelstroop bestaat hier niet. We gaan het proberen; Noren zijn gek op zoet.



                                                                                                                                                                                                
 

 


       We hebben nog even een kort bezoek gehad van een zwerm zwaluwen; was het een tussenstop in de reis van het hoge noorden naar het warmere zuiden? Geen idee, maar ineens zaten er tientallen op de kabel voor ons huis, oorverdovend te kwetteren. En na een uurtje waren ze allemaal weer verdwenen.

 
 
 
Op een dag waren er ook nog heel erg onverwachte passanten, bij het zien van wie we onze ogen moesten uitwrijven - ehm, Noorwegen was het toch, waar we wonen? of eh....
 
 
 
Ze bleken te horen bij een soort kinderboerderij ergens verder weg, en waren ontsnapt uit het veld waar ze waren gesteld, hier vlakbij. Zorgden voor hilariteit toen ze aan de bloementuin van de buren begonnen, en werden met zachte hand gevangen en teruggebracht. Nadat wij hadden gebeld, want het gebeurde overdag toen er verder niemand in de buurt was.
 
 
Het was een lange mooie zomer en een heerlijke nazomer. Volop genieten in de tuin en bij ons molensteenterrasje. Nu zijn we klaar voor de kou: het hout is binnen,
 
 

Poppy is gesetteld, heeft voorheen Pippi's kussentje op tafel gevonden als prinsesheerlijk plekje (naast het woordenboek Noors, waar ze graag de kaftrandjes van beknabbelt),
 
 
en we genieten elke dag opnieuw van onze omgeving en het uitzicht daar op. Elke dag anders, elke dag verrassend mooi.
 
 
Herfst nu. De winter zal niet lang meer op zich laten wachten.
 




zondag 13 oktober 2013

Alles is een beetje later

stookhoutvoorraad in een gevonden oude kist, naast de kachel

De herfst is laat ingetreden in Henseid. De blaadjes aan de bomen hielden het nog lang vol, maar nu zie je de prachtige verkleuringen met de dag veranderen. Vorig jaar hebben we ons toch nog wat laten verrassen door de plotselinge winter, maar nu we op tijd op alles voorbereid zijn: hout voor de kachel op voorraad, plantenpotten leeg en in veiligheid, lijkt het wel of de winter wordt overgeslagen en kunnen we ons nog regelmatig laten opwarmen door het felle zonnelicht.
Tot op heden zijn al mijn werkdagen bij het verhuisbedrijf gepaard gegaan met mooi weer. Alleen is het nu 's ochtends de vraag of ik de autoruiten moet krabben of niet. Met het werk dat ik doe warm je in ieder geval snel op en is het al gauw T-shirtweer. Zo ook bij de laatste grote verhuisklus, een remigratie van een Noors gezin van Singapore naar Porsgrunn. Ons bedrijf was door een verhuisbedrijf uit Oslo, dat de hoofdaannemer voor deze klus was, gevraagd om de enorme zeecontainer op het afleveradres in Porsgrunn te lossen, naar binnen te sjouwen en zoveel mogelijk uit te pakken. Het internationale klusje deden we met z'n vijven, onder wie slechts één Noor, mijn collega.  De Oslo-crew werd aangevoerd door een Brit, Matthew, die twee Zuid-Europese medewerkers bij zich had. Grappig om te merken dat we elkaar moeiteloos in het Noors en af en toe in het Engels wisten te vinden en de klus met veel humor konden klaren.
Kennelijk is ook een code in het verhuiswezen om hoffelijk te zijn naar de klant, die gerust te stellen dat het allemaal goed komt. Als het achter de rug is, bedank je elkaar voor de inzet en als het een beetje meezit krijg je dan de complimenten van de klant. Moe maar voldaan rijd ik dan naar huis.

Volgende keer zal ik m'n camera meenemen. Hopelijk is de verhuisdrift ook enigszins vertraagd en komt de drukte ook wat later, want wat meer werkuren zouden welkom zijn.

Nu is het tussendoor op weg naar potentiële klanten, leveranciers, maar ook hier naast de deur, genieten van de mooie natuur, die nog lang niet duidt op een naderende winter.




Met m'n beide schatjes gaat het ook heel goed!


bij 20 graden op een zonovergoten balkon aan een rimpelloos meer, terwijl in Nederland de kelders vollopen.....

 

Plaatjes van vandaag, terwijl Nederland zucht onder code zus-en-zo, voor extreme weersomstandigheden, zitten wij met 20 graden in de zon ook extreem te wezen en hopen we dat de was op tijd droog is. Misschien voorlopig voor het laatst??
de herten weten de valappels in de tuin te vinden en komen af en toe flink eten - dat zien we dan terwijl we onze ochtendkoffie drinken, een paar meter verderop..


maandag 30 september 2013

Uitgehuild en opnieuw begonnen

Na regen komt zonneschijn, na tegenspoed volgt voorspoed, en van die dingen, toch?

Onze onvolprezen buren begrijpen maar al te goed hoe leeg ons huis is zonder Pippi, en beloofden voor ons uit te zien naar een nestje, bij kennissen en collega's. We hadden aangegeven ditmaal liever een poesje te hebben - men zegt dat poezen minder snel geneigd zijn ver van huis te gaan dan katers.
Zaterdag meldde Olav opgewekt dat hij 'het had geregeld' en als we het wilden kon hij ons maandag een nieuw mormeltje bezorgen....Zwart, 'just like Pippi'!
Snel hebben we alle schoongemaakte en  boos opgeborgen spulletjes van Pippi weer opgegraven van de zolder; mandje, kittenkattebakje, kussentje, etensbakjes, speeltjes. Gauw kattevoer en grit gekocht, en ons zondag heerlijk zitten verheugen op ons nieuwe gezelschap. Zondagavond kwam Olav de transportmand halen en vanmiddag bracht hij hem terug, met een klein roetzwart knuffeltje er in.  

Hier is ze dan:
 
Dit is Poppy - toch nog een beetje als Pippi dus, en ze kon zomaar zijn reïncarnatie zijn, zo sterk is de gelijkenis. 

Eenmaal binnen uit de kattemand verkende ze vluchtig de kamers (alle hoekjes, de keuken, de trap op en ook boven alles even bekeken) en vervolgens sloeg ze onmiddellijk aan het spelen. Het roze hengeltje met vilten vogeltje eraan, cadeautje van Patricia en Kees voor Pippi vorig jaar, is meteen favoriet. Met de witte muisjes, cadeautje van Ria destijds, als absolute tweede. Gelukkig wist ze na een uurtje spelen en een paar uurtjes slapen ook de kattebak te vinden. En de etensbakjes natuurlijk.


 
De rest van de middag en vanavond doen we niet veel meer dan kijken en genieten.
Hopelijk hebben we met dit beestje meer geluk. Pippi is dood - lang leve Poppy!

vrijdag 27 september 2013

Vaarwel kleine Pip



Onze kleine zwarte panter is nu zo lang weg, dat we niet meer de illusie koesteren hem ooit nog terug te zien. Na meer dan 6 weken zijn we er van overtuigd dat hij niet meer leeft.

We hebben vaak verzucht 'wat een mooi vrij leventje heeft hij hier toch..' als we hem zagen spelen in het gras, met zijn vriendinnetje Mungo achter libelles aan rennen en bokkesprongen maken naar ons, zodra we door de tuin liepen. We hebben genoten van hoe hij onvermoeibaar de hele wereld aan het ontdekken was, en thuis bij de kachel in zijn mandje toch weer een klein katje werd, dat geliefkoosd wilde worden. We zeiden tegen elkaar 'wat een heerlijk leven, vergeleken bij dat van een stadskat op 3-hoog...'
Het lijkt er op dat die vrijheid hem fataal is geworden; hij heeft die met zijn korte leventje moeten bekopen. Pippi had 16 jaar moeten worden, maar hij heeft de anderhalf niet eens gehaald.
's Nachts horen we hem nog wel eens tevreden spinnen aan het voeteneind van het bed, en soms zien we hem in de verte langs de bosrand sluipen, op zoek naar een muisje. Maar we weten maar al te goed dat dat fantasie is. Pippi is er niet meer.

Al is er diep in ons binnenste natuurlijk altijd een flinterdun sprankje hoop - dat hij bijvoorbeeld verdwaald is, en door vriendelijke mensen in huis is genomen. Dat hij daar, op  een andere plek, het naar zijn zin heeft. Of dat hij gewoon zelf heeft besloten ergens anders te gaan wonen. Of, natuurlijk, dat hij als het kouder wordt zijn oude huis weer opzoekt.
Dat soort sprankjes zullen wel blijven bestaan.

Goed. Het was mooi, met Pip, en het is voorbij. Vaarwel kleine kameraad!

 
 
 
 
 

zaterdag 21 september 2013

Nazomerklussen


Eind augustus kwamen zus en zwager Marjorie en Theo op de terugweg van hun reis in noordelijker regionen van Noorwegen weer een paar dagen op Solvik logeren. Het was weer zonnig en warm, dus heel verleidelijk om in de tuin en op het terras te hangen, maar ze wilden graag iets zinnigs doen, om ons te helpen:



 
toen hebben ze de verplaatste oude winkelplanken, die ooit een bleke zalmkleur hebben gehad, nu hopeloos verschoten, omgetoverd in zonnig gele schappen, evenals een van de twee etalageramen. Ook dat raam schrok zich een hoedje van een spons en zeem - waarschijnlijk een jaar of 10 niets aan gebeurd. De winkel is 10 jaar geleden definitief gesloten, weten we inmiddels. Dat alles was een flinke klus, al die kleine plankjes en randjes en hoekjes, maar het resultaat is veelbelovend!
 
 
Kleurt ook mooi bij de eenzame zonnebloem (van de vier die ik heb gezaaid zijn alleen deze en eentje van meer dan 2 meter hoog aan de andere kant van het huis echt tot bloei gekomen) - en op afstand kleurt het ook nog mooi bij het vrolijke zitje dat we rond de oude molensteen in de tuin hebben gecreëerd.
 
 
De oorspronkelijk donkerbruine stoeltjes had ik met een restje verf uit Nederland al geel geschilderd; de per ongeluk even gele bloempotjes kwamen uit de verrassingsdozen van Mariëtte tevoorschijn. Mooie match, toch? Gelukkig konden we met Marjorie en Theo vanaf dit zitje op een windstille morgen genieten van het sprookjesachtige uitzicht over het meer.
 
 
 
 
Vanaf half augustus hadden we het heel erg druk met augurken: meer dat 300 kilo voor ons gekweekte, biologische exemplaren kregen we te verwerken. Bij elkaar was dat elke dag een paar uur aan de slag, zo'n 5 weken lang. Schoonmaken, inzouten en 24 uur laten staan, een azijn-kruidenmengsel koken, rozemarijn uit de kruidenkas plukken, augurken wassen en snijden, potten steriliseren en vullen. In onze eigen, kleine keuken, dus dat was flink improviseren en woekeren met ruimte. Kijk hoe mooi ze er bij lagen!
 
 
 
De verwerking moet in een hoog tempo, want het is moeilijk om geoogste verse augurken lang goed te houden. Maar het is gelukt: de bergruimte achterin de winkel beneden, die in de rotsen is uitgehouwen, is donker en koel. Daar staan nu ongeveer 800 grote glazen potten met prachtige groene augurken; heel, in schijfjes en in staafjes. Een eerste lichting is al verkocht, aan een winkel die ook vorig jaar onze augurken in de schappen had staan.
 
Omdat wij onze handen vol hadden aan deze zomerklus kookten Marjorie en Theo voor ons: Theo's heerlijke vis-rijsttafel, en Majorie's mosselen in bier.
 
 
Vreemd maar waar: Noorwegen is een enorm visland, maar verse vis is heel moeilijk te krijgen en razend duur. Eigenlijk vind je vis vooral in de diepvriesvitrines in de supermarkt.
 
Intussen stond Solvik al een tijdje in de steigers, omdat de houten buitenkant heel nodig geschilderd moest worden. Maar vrije dagen hebben buren Olav en Else niet, net zo min als wij, dus het schilderwerk moet tussen de bedrijven door en in de weekends gebeuren, als het weer het toestaat. Inmiddels hebben we met vereende krachten de voorgevel weer glanzend wit gekregen. Echt grondig schilderwerk is het niet, hier - waar wij zouden schuren, schaven en herstellen, gaat het hier met de Franse slag, op z'n Noors dan. Dikke kwast met onverdunde verf, over alles heen. Als het maar weer wit is...
 
 
 
 




 







 



Het was al met al een beetje veel tegelijkertijd. Maar nu de steiger aan de achterkant van het huis staat, de augurken klaar zijn, de herfst zich langzaamaan gaat aankondigen, begint het .....helemaal niet rustiger te worden.....want nu is het weer appel- en pruimentijd geworden! Daarover volgende keer meer.