Het was allemaal flink wennen natuurlijk - de keuken van Idunns Mathus is een professionele keuken, ongeveer 10 x zo groot als een huis-tuin-en-keuken-keuken denk ik.
Toen we ruim 4 maanden geleden begonnen mee te draaien in de hectische maand mei moesten we niet alleen de keuken leren kennen (waar staat wat, hoe werken de apparaten, hoe gaat dat met elektrisch koken etc.). Door de drukte had Idunn eigenlijk geen tijd om ons van alles uit te leggen - het kwam veel neer op improviseren, kijken en nadoen. Geen receptuur, gewoon maar op ons gevoel afgaan. Wat wij gewend zijn botste hier en daar nog wel eens met wat in de Noorse keuken gebruikelijk bleek te zijn.
Maar we moesten ook wennen aan het lawaai van elke dag: de 2 grote en 2 kleine ovens, de beide koelcellen en de diepvrieskamer, de afzuiging, de machtige deegkneedmachines, de keukenmachines, de mixers, de enorme afwasmachine, alles stampt, brult, piept, ratelt en maakt de hele dag lawaai. Dan is er ook nog het geluid van de telefoon, de keukenwekkers, en 3 x per week het motorgeraas van de vrachtwagens van de leveranciers wanneer de kratten met grondstoffen worden aangeleverd. Aan het eind van de werkdag waren we moe en murw van al die geluiden - maar het heeft ons verbaasd hoe snel we daar aan zijn gewend.
Dat geldt ook voor het fysieke werk. Urenlang staand en lopend bezig zijn, daar zijn onze kantoorlijven wel even van geschrokken... Vooral voeten, benen, rug en handen hebben het flink moeten ontgelden. Voeten waarvan je denkt dat je er de volgende dag niet meer op kunt lopen, benen met blauwe plekken van het stoten tegen apparatuur op onverwachte plekken. Een rug die krom lijkt te gaan staan van het bukken en sjouwen. Handen vol schrammen van uitglijdende messen, vingers vol kloven, splijtende en brekende nagels van het vele wassen en spoelen. Maar gelukkig hebben al die lichaamsdelen zich merkwaardig snel aangepast aan hun nieuwe leven - op de een of andere manier vinden ze hun draai en blijken ze flexibeler dan we vermoedden.
Bezig zijn met eten maken is leuk - maar het was wel even vreemd om 's morgens om half 8 knoflook te staan hakken en op een lege maag (ontbijten deden we al nooit, het blijft bij een kop thee voor we vertrekken) gehakt te bakken of vis schoon te maken...
Inmiddels is het tamelijk gewoon om op een dag met z'n drieën een buffet in elkaar te draaien voor 60 man, terwijl er 100 liter lapskaus staat te pruttelen voor een andere partij, en we tussendoor 200 snitter klaarmaken voor een begrafenis. Niet niks: een buffet bestaat uit zo'n 20 verschillende gerechten, lapskaus is een traditioneel 1-pansgerecht dat 3 uur op het vuur moet staan en snitter zijn luxe belegde boterhammen in verschillende variaties, zoiets als smørrebrød. Het geeft veel voldoening om onder hoge tijdsdruk iets goeds te kunnen afleveren en op tijd klaar te kunnen zijn. Helemaal als we achteraf complimenten krijgen van tevreden klanten. Dat gebeurt gelukkig heel vaak.
Serieuze miscalculaties of ernstig mislukte gerechten hebben we nog niet gemaakt. Goed, ik heb een keer garnalen op een bedje van slagroom gelegd, in plaats van mayonaise - omdat ik die spuiten maar niet uit elkaar kan houden - maar daar hebben we nooit meer iets van gehoord. En ja, vorige week had ik een taart ternauwernood gedecoreerd met een maizenapapje omdat dat heel erg leek op het suikerglazuur. Maar dat was bijna, dus telt niet echt. Soms zitten er ineens gehaktspetters in m'n haar, vaak zijn Henks brilleglazen ineens matglas geworden van het aardappelzetmeel, kleven er visschubben aan onze broekspijpen en zijn onze handen donkerrood van het vlees snijden. Maar het gaat allemaal steeds beter. We wennen aan het keukenleven.
Het is een beetje een Indian, maar voor ons vooral een Norwegian summer. Onze eerste.