maandag 17 september 2012

Een keukenleven

Qua dagelijks werk was onze ommezwaai rigoureus: van een bureaubestaan 'van 9 tot 5' in een afgeperkte werkweek naar een leven in een keuken, met zeer onregelmatige werktijden en meestal ook in het weekend. En laten we wel wezen: niet alles was leuk en makkelijk.
Het was allemaal flink wennen natuurlijk - de keuken van Idunns Mathus is een professionele keuken, ongeveer 10 x zo groot als een huis-tuin-en-keuken-keuken denk ik.
 

 
Toen we ruim 4 maanden geleden begonnen mee te draaien in de hectische maand mei moesten we niet alleen de keuken leren kennen (waar staat wat, hoe werken de apparaten, hoe gaat dat met elektrisch koken etc.). Door de drukte had Idunn eigenlijk geen tijd om ons van alles uit te leggen - het kwam veel neer op improviseren, kijken en nadoen. Geen receptuur, gewoon maar op ons gevoel afgaan. Wat wij gewend zijn botste hier en daar nog wel eens met wat in de Noorse keuken gebruikelijk bleek te zijn.
Maar we moesten ook wennen aan het lawaai van elke dag: de 2 grote en 2 kleine ovens, de beide koelcellen en de diepvrieskamer, de afzuiging, de machtige deegkneedmachines, de keukenmachines, de mixers, de enorme afwasmachine, alles stampt, brult, piept, ratelt en maakt de hele dag lawaai. Dan is er ook nog het geluid van de telefoon, de keukenwekkers, en 3 x per week het motorgeraas van de vrachtwagens van de leveranciers wanneer de kratten met grondstoffen worden aangeleverd. Aan het eind van de werkdag waren we moe en murw van al die geluiden - maar het heeft ons verbaasd hoe snel we daar aan zijn gewend.
Dat geldt ook voor het fysieke werk. Urenlang staand en lopend bezig zijn, daar zijn onze kantoorlijven wel even van geschrokken... Vooral voeten, benen, rug en handen hebben het flink moeten ontgelden. Voeten waarvan je denkt dat je er de volgende dag niet meer op kunt lopen, benen met blauwe plekken van het stoten tegen apparatuur op onverwachte plekken. Een rug die krom lijkt te gaan staan van het bukken en sjouwen. Handen vol schrammen van uitglijdende messen, vingers vol kloven, splijtende en brekende nagels van het vele wassen en spoelen. Maar gelukkig hebben al die lichaamsdelen zich merkwaardig snel aangepast aan hun nieuwe leven - op de een of andere manier vinden ze hun draai en blijken ze flexibeler dan we vermoedden.
Bezig zijn met eten maken is leuk - maar het was wel even vreemd om 's morgens om half 8 knoflook te staan hakken en op een lege maag (ontbijten deden we al nooit, het blijft bij een kop thee voor we vertrekken) gehakt te bakken of vis schoon te maken...
Inmiddels is het tamelijk gewoon om op een dag met z'n drieën een buffet in elkaar te draaien voor 60 man, terwijl er 100 liter lapskaus staat te pruttelen voor een andere partij, en we tussendoor 200 snitter klaarmaken voor een begrafenis. Niet niks: een buffet bestaat uit zo'n 20 verschillende gerechten, lapskaus is een traditioneel 1-pansgerecht dat 3 uur op het vuur moet staan en snitter zijn luxe belegde boterhammen in verschillende variaties, zoiets als smørrebrød. Het geeft veel voldoening om onder hoge tijdsdruk iets goeds te kunnen afleveren en op tijd klaar te kunnen zijn. Helemaal als we achteraf complimenten krijgen van tevreden klanten. Dat gebeurt gelukkig heel vaak.
Serieuze miscalculaties of ernstig mislukte gerechten hebben we nog niet gemaakt. Goed, ik heb een keer garnalen op een bedje van slagroom gelegd, in plaats van mayonaise - omdat ik die spuiten maar niet uit elkaar kan houden - maar daar hebben we nooit meer iets van gehoord. En ja, vorige week had ik een taart ternauwernood gedecoreerd met een maizenapapje omdat dat heel erg leek op het suikerglazuur. Maar dat was bijna, dus telt niet echt. Soms zitten er ineens gehaktspetters in m'n haar, vaak zijn Henks brilleglazen ineens matglas geworden van het aardappelzetmeel, kleven er visschubben aan onze broekspijpen en zijn onze handen donkerrood van het vlees snijden. Maar het gaat allemaal steeds beter. We wennen aan het keukenleven.
 

Na zo'n dag werk is het heerlijk thuiskomen op Solvik. Omdat men hier in het algemeen vroeg eet en we de buffetten meestal halverwege de middag kunnen afleveren, zijn we soms vroeg klaar. Dan kunnen we, zoals vandaag, terwijl de herfst toch echt is begonnen, nog een paar uur op het zonnige terras bakken en uitblazen. Of op het balkon genieten van het uitzicht op het eindeloze meer en van het formatiezwemmen van de brilduikers of aalscholvers. En van de evenwichtsbalkoefeningen van Pippi. Maar ook van de tuin om ons heen, waarin nog steeds van alles bloeit. De berken beginnen te verkleuren, er liggen steeds meer blaadjes op het gras en in de afgelopen week zat er 1 x een beetje ijs op de autoruit - maar de sering is volop roze en er zijn bloemen die maar niet willen weten van herfst.
Het is een beetje een Indian, maar voor ons vooral een Norwegian summer. Onze eerste.







zondag 9 september 2012

Oude liefde roest niet

Eén van de mooie dingen van het cateren is het bezorgen. Dat blijft hier een belevenis, zeker als je van autorijden houdt. En gelukkig doe ik dat.
Nog afgezien van de prachtige omgeving die we dagelijks doorkruisen is het elke keer weer spannend om een bestelling te moeten afleveren op een plek waar je nog nooit geweest bent.
Het zoeken van een specifiek adres via de TomTom heeft meestal geen zin, want de adresaanduiding is hier op z'n zachtst gezegd nogal globaal. Zo wonen wij op het adres: Drangedal, Solvik. Geen huisnummer en geen kaart die dat aangeeft. Hoe doen ze dat hier? De postbode heeft er in ieder geval geen problemen mee, want de post werd zo'n beetje vanaf de eerste dag netjes in onze brievenbus bezorgd. Ook de bestelde garderobekast werd door de leverancier voor de deur afgeleverd.

Veel van de bestellingen voor grote feesten en partijen moeten worden bezorgd in zogenaamde 'grendahus'. Dat zijn een soort dorps- of buurthuizen waar van alles en nog wat georganiseerd wordt. Ook bij gelegenheden als begrafenissen, bruiloften, grote verjaardagen etc. Deze huizen staan op de meest mooie en soms afgelegen plekken, maar we weten ze inmiddels moeiteloos te vinden, ook al ontbreekt een adres zoals wij dat in NL gewend zijn. Meestal geeft Idunn aan, als zij er zelf ooit geweest is, dat het 'bij de grote witte boerderij links naar boven de berg op is en dan het derde grote gebouw rechts'. Ons referentiekader is toch ietwat anders en je zoekt je alleen al de pleuris naar een 'groot gebouw'.....

 
Afstanden is ook zoiets; hoe vaak is het nu gebeurd dat we al na een half uur, drie kwartier rijden, denken: we zijn te ver, we hebben een afslag gemist, maar dat dan na een minuut blijkt dat we toch op het goede spoor zitten. Weer een hele opluchting als je met een zelfgemaakt vers buffet, koud en warm, op tijd de juiste locatie weet te bereiken. Zo zijn we in korte tijd snel vertrouwd geraakt met dit soort plekken en daarmee doorkruisen we de regio alsof we nooit anders gedaan hebben.

Bij aflevering op privéadressen is het nog erger. Dan heeft het adres, vrij vertaald, aanduidingen als 'heuvel, berg, baai, dal, bocht' o.i.d, of duidt het een gebied aan waar het gros van de mensen die er wonen dezelfde naam dragen. Zoek het maar uit! Nu is het nog licht, maar hoe gaat dat zometeen, als het winter is??

Slechts één keer konden we het echt niet vinden, en ja, ironie, dat was in de gemeente Kragerø waar ze straatnamen en huisnummers kennen....

De mensen kijken uit naar wat ze hebben besteld, zijn nerveus voor hun feest of wat dan ook, en zijn blij dat we er zijn. In halfbakken Noors staan we ze te woord, knikken vriendelijk, zetten het eten in de keuken of op tafel en vertrekken weer. Soms hebben ze niet eens door dat we geen Noren zijn, of vragen ze of we Deens zijn of uit Bergen (NO) (voor veel Noren een vreselijk dialect) komen. Dat beschouwen
we maar als een compliment. En als dat allemaal weer achter de rug is, ontspannen weer naar huis rijden en genieten.

Regelmatig heb ik een sterke déja vu tijdens het rondrijden, de omgeving ontdekken en genieten van het onderweg zijn. Mijn taxiverleden laat me niet los, sterker nog: het komt weer terug. Nu kan ik dat combineren met het afleveren van lekkere producten waar mensen om gevraagd hebben en naar uitkijken. Soms kijk ik uit naar het bezorgen en het weer op pad gaan. Ik vind het adres wel. Geluk zit in kleine dingen.