donderdag 21 februari 2013

Carriërekans

Goed, ik denk er nog even over na, maar het kon aantrekkelijk zijn, deze nieuwe carriërekans. Een goede, van huis uit roomskatholieke vriend maakte ons vorige week opmerkzaam op een binnenkort vrijkomende functie, waarvoor hij mij al heeft voorgedragen. Weliswaar is het werk niet direct in de buurt: de post komt vrij in het zuiden van Italië. Om preciezer te zijn in een klein dorpje, dat moedig standhoudt temidden van de secularisatie. 

En zijn een paar tenslottes: 
1) het episcopaat is tenslotte echt wel aan vernieuwing toe, na eeuwen masculiene bezetting;
2) ooit was ik tenslotte theoloog - protestants ja, maar met een kleine om- c.q. bijscholing, zeg maar opfriscursus, kan ik dat ook wel in een roomskatholieke uitvoering zijn;
3) en ik beschik tenslotte over een ruime hoeveelheid r.k. parafernalia, door de jaren heen liefdevol bij elkaar gespaard als curiosa. Laten die nou in het betreffende dorpje helemaal niet als curiosa worden beschouwd! Dus dat is meegenomen;.

 
4) De focus mag zo langzamerhand wel wat wat meer verlegd worden naar de rol van de vrouw, tenslotte de moeder der kerk;
5) Als koningschap op afstand digitaal, met alle middelen waarover we tegenwoordig beschikken, kan worden uitgeoefend, kan kerkleiderschap dat tenslotte ook;
6) Dat balkon van ons is tenslotte een perfecte locatie voor urbis et orbis - en met een fleece dekentje over zo'n kazuifel is dat best te doen in dit klimaat;
7) Ik heb altijd al gehouden van de verkleedkist, en van opzichtige ringen. En omdat Henk onlangs mijn haar heeft geknipt past dat nu met gemak onder zo'n pauselijk hoofddekseltje;
8) Talen zijn mijn grote interesse, dus voor bloemen bedanken in tig talen, daar draai ik mijn hand niet voor om;
9) Tenslotte zit ik nu zonder betaald werk, en wil ik tot op zekere hoogte alles aanpakken wat brood op de plank brengt. De hoogte van deze baan, die is zeker.
 
Maar goed, ik denk er dus nog even over na. Ik weet bijvoorbeeld niet of ik fotogeniek genoeg ben voor dit ambt.



zondag 10 februari 2013

Koud, hout en voor der rest "pent vær'


Na sneeuw, regen en een aanhoudende vorst ziet het meer er nu zo uit. Je zou bijna denken dat je naar een woestijnlandschap zit te kijken.
En wat doe je dan zoal op een mooie, zonnige zaterdagmiddag? Natuurlijk, ijsvissen!
Nu is vissen niet echt mijn hobby, maar ik werd wel door de buren naar buiten gelokt om van al dit moois te genieten. Middenop het meer maak je een houtvuurtje in een pan op een statief, zet daar een paar stoelen bij, pakt je goed in, boort een paar gaten in het ijs en vissen maar. De lol ontging mij in eerste instantie, maar al snel werd het mij duidelijk dat het niet zozeer om het vissen ging, althans niet in dit gezelschap.
Koffie werd al snel verwisseld voor bier en er werd gezellig gebabbeld over het voelen van de zon op je gezicht, het lengen van de dagen en hoeveel hout je nog nodig hebt om de winter door te komen.
Een heel pril en voorzichtig lentegevoel bekroop mij... Zie hier de stille getuigen van de ijsvisserij.


Kat op de bbq:
 
komende zomer zullen we daar maar van afzien, maar zo in de winter is het inmiddels een bekend verschijnsel. Zowel ons eigen, niet meer zo kleine zwarte pantertje, als zijn harige buurvriendinnetje gebruiken de ingepakte barbeque op onze veranda als opstapje voor uitstapjes en een veilige thuiskomst door een van de ramen van de achterkamer.

Voorlopig kunnen we nog geen genoeg krijgen van de winter. Een paar keer per dag loop ik langs ons alom geprezen weerstation om de huidige temperatuur te checken en te kijken wat ons nog te wachten staat. De schrik slaat mij bijna om het hart als ik zie dat het nog maar enkele graden onder nul is. Is het over, wordt het dan nu al weer warmer?

Na het ontvangen van de elektriciteitsrekening over de laatste maanden is die stemming ietwat omgeslagen. Laat het dan toch maar snel afgelopen zijn!
Ook het hout, hier bijna nog belangrijker dan stroom, vliegt er door heen. Nu we vanaf de Kerst ook overdag thuis zijn blijkt onze houtvoorraad niet genoeg. Dan toch maar met de Berlingo op stap en die volgeladen met 10 zakken van 60 liter. Deze week moesten we die voor het eerst aanspreken. En of het genoeg is..??
In december, toen het voor het eerst echt serieus koud werd, was de openingszin van een willekeurige ontmoeting met een Noor vaak: "Har dere ved nok"? (hebben jullie genoeg hout?).

Onze reactie was toen een beetje lacherig. Ik begin het nu pas te begrijpen en zal het in mijn oren knopen.

Voorlopig is dit het beeld nog even.
Veel Noren zijn niet erg gecharmeerd van veel sneeuw, zeker niet in het verkeer. En regen bij temperaturen van rond het vriespunt wordt helemaal gevreesd.

Het weerbericht op radio en TV is dan ook zicht- en hoorbaar opgetogen als ze die ellende achterwege kunnen laten en kunnen afsluiten met: "litt bris på kysten og for den meste, pent vær". Dat laatste betekent dan: een zacht briesje aan de kust en verder mooi weer. Maar dat zeggen ze ook als je oren zo'n beetje van je hoofd vriezen. Zolang het niet sneeuwt, regent of stormt is het dus al snel mooi weer. En daar houden we dan maar van.