maandag 21 augustus 2017

Vogels en andere passanten

Lange stilte hier. 
Niet dat er niets te vertellen valt - in tegendeel - maar er valt gewoon heel veel meer te doen dan blogjes schrijven, in dit jaargetijde! Verse aardbeien en kersen kunnen nou eenmaal niet wachten, en om met goed fatsoen op markten te kunnen staan moeten we flink wat voorraden aanleggen. Uitgerekend in dit seizoen, wanneer het ook nog eens mooi weer is en de Noren hun hutten opzoeken, groeit het aantal cateringbestellingen. Juni, juli en augustus zijn de fijnste, maar ook de drukste maanden voor ons. 

Juni was de maand van de Vogels, met een hoofdletter dan. Eerst waren er achternicht Anne Vogel en haar vriend Pieter, die met Pinksteren kwamen logeren. Ze wonen en werken sinds twee jaar in Trondheim, en hadden een paar dagen de tijd genomen om in Oslo rond te kijken. Was het daar regenachtig, hier in Henseid was het droog en zacht genoeg voor een boottochtje. 




En natuurlijk ook voor een drankje op het, toen nog tamelijk kale terras, 



waar ook dat andere gevogelte graag rondstapt, vooral als er bier wordt gedronken:




Meet Ingefær (Noors voor gember): het kipje-de-voorste van het stel. Ze komt aan het eind van de middag altijd even kijken of er een sipje bier te halen valt, springt daarvoor op de tafel en zelfs op schoot! Zou dat de kwaliteit van de eieren ten goede komen?





Tijdens een van onze dobbertochtjes waren we getuige van het gezinsleven van weer heel andere vogels. Op de oevers van een piepklein eilandje zagen we talloze piepkleine kwikstaartjes, zo te zien nauwelijks een dag geleden uit hun eieren gekropen. Ze renden behendig achter hun ouders aan, over de rotsen en langs het water - een prachtig gezicht (maar moeilijk duidelijk op de foto te zetten natuurlijk). 




En intussen ging het werk in 'de zaak' ging onverminderd voort. 
Zo experimenteerden we met het samenstellen van kruidenmengsels die het gebruik van zout bij het koken drastisch kunnen verminderen. Teveel zout in het eten is namelijk ook in Noorwegen een probleem. De ideeën uit het boek dat Angeniet had meegebracht bleken een uitstekende leidraad, en de glazen minipotjes die Ria op ons verzoek had gekocht perfect als aantrekkelijke verpakking. 

We lanceerden 4 varianten: voor de bereiding van vlees, vis, kip en groenten, en die nieuwe producten sloegen meteen aan. Binnen de kortste keren was alles uitverkocht! 


Zo'n succes kun je niet laten lopen en omdat het te lang zou duren voordat het volgende bezoek uit Nederland nieuwe potjes kon meenemen, dus hebben we maar snel iets soortgelijks bij onze Noorse glasleverancier besteld. De kruidenmengsels vallen niet aan te slepen! 

Iets dergelijks gebeurde met ander probeersel: havreflarn, knapperige haverkoekjes met amandel, naar een Zweeds recept. De eerste 2 lichtingen werden rare misbaksels, maar toen had ik ineens de slag te pakken. We hebben de kunststof bekers, destijds aangeschaft voor soep (die voor geen meter werd verkocht), herdoopt tot koektrommels en zie, ze liepen onmiddellijk als een trein!


Er waren klanten die buiten op het terras koffie kwamen drinken, een bus havreflarn kochten en die ter plekke leeg aten, om er vervolgens nog eentje voor thuis aan te schaffen. En er was zelfs een dame die me kwam verbieden ze nog te bakken, omdat ze zo 'gevaarlijk lekker' zijn! Bingo! Af en toe een succesje, dat houdt de moed er in. 

Ook de vruchtenijsjes zijn weer in trek. Na een cateringbestelling blijft er altijd wel wat fruit over, dat niet lang goed blijft. Daar maken we dan ijslollies van, zonder water of suiker, en ook daar komen liefhebbers herhaaldelijk voor terug. Hier kiwi, sinasappel en mango.


Maar nu weer terug naar de Vogels. 
Verderop in juni waren daar plotseling neef Lex Vogel en zijn vrouw Loes, op de terugweg van een trekvakantie door Noorwegen. De laatste decennia ontmoeten we neven en nichten vrijwel uitsluitend bij begrafenissen (dat heb je nou eenmaal op deze leeftijd), maar deze kortstondige logeerpartij was een hernieuwde kennismaking in een andere, ontspannen en ongedwongen sfeer. 



En mochten ze weer eens in de buurt zijn, de Vogels, dan zijn ze van harte welkom. 


Juni was ook de maand van ineens ontzettend veel te doen in de tuin: alles bloeit, 



het gras moet gemaaid, de tomaten gediefd, de kruidenkas onderhouden etc.



Ergens die maand wandelden we tegen 23.00 uur naar huis, na een avondje bij onze vrienden Suzanne en Konstantin. Een zwoele windstille schemering, en een paar meter voor ons huis ritselde er ineens iets en stak er iets of iemand ter grootte van een hond, maar op korte, zeg maar teckelpootjes, razendsnel het straatje over. Hop de struiken in, razendsnel. We hadden hem of haar precies lang genoeg in het vizier om te kunnen vaststellen dat het een das was! Zo een uit het boekje: zwart-wit gestreept in de lengte. Een passant - al vraag ik me soms af wie nou eigenlijk de passanten zijn: wij of zij, die dieren? Die das woont hier dus in de buurt.  Ehm, zijn het soms dassenklauwtjes die wel eens een perongeluk buiten gelaten vuilniszak openkrabben? 

En zo vloog juni voorbij. Om geruisloos over te gaan in juli - maar daarover de volgende keer. Er wacht een vracht aan zwarte bessen in de keuken, die heel nodig jam en gelei moeten worden. Dat gaat nu even voor.