dinsdag 26 februari 2019

Rare taal en klare taal

Laatst hoorde ik in een radioprogramma iets over de website 'Taalvoutjes'. Die heb ik even opgezocht en zeer gelachen om allerlei idiote verschrijvingen en hilarische (taal-)vergissingen die daar verzameld worden. Echt grappig!

Omdat ik ook een liefhebber ben van dit soort dingen en veel naar de Nederlandse zenders luister, schrijf ik er zo nu en dan een paar op, die te leuk zijn om te vergeten. Soms zijn het gewoon versprekingen, vaak verhaspelde uitdrukkingen of spreekwoorden, onbegrijpelijke zinnetjes en soms ook regelrechte taalfouten. Vooral politici en overenthousiaste geïnterviewden kunnen vaak mijn lachlust opwekken. 

Zo had iemand het laatst heel beslist over 'de bovenste steen die onder moet komen', en 'dat het tijd wordt dat we daarvoor de mouwen uit de handen steken'. Daar kan niemand het mee oneens zijn.
Iemand anders klaagde 'dat hij telkens van het kastje naar het muurtje werd gestuurd', en serieus op een gegeven moment 'de kwijt kluts was geraakt'. Dat was overduidelijk.
Een vrouw van Surinaamse afkomst vertelde dat ze 'in Nederland was opgetogen' en ook 'met de paplepel was grootgebracht'. Die zag ik helemaal voor me.
Er was een verslaggever die vanuit Zuid Amerika meldde dat 'Mexicaanse bestuurders regelmatig worden vermoord' -  vreemde praktijken daar...
Een medicus vertelde dat in Nederland 'de griepepidemie elk jaar de doeken op doet' en dat voor de aanpak daarvan 'het nodig is er een stapje bovenop te doen'. 
Over iets anders was iemand er zeker van dat 'dit niemand vreemd in de oren zal kijken', maar 'dat het onderhoud te wensen achter laat'. 
Allemaal nog best te volgen, maar wat ik me moet voorstellen bij Marianne Thiemes 'plantaardige samenleving' is me een raadsel. 
Rare taal, grappige taal, vrolijke en lachwekkende taal.

Maar er is ook klare taal. Glasharde, vierkante taal, waar niets tegen in te brengen valt. Taal waarvan je de onverbiddelijkheid eigenlijk niet wilt horen, 

Een paar maanden geleden was ik bij een specialist die probeerde te achterhalen waar mijn kaakpijn vandaan kwam. Onverklaarbare, hardnekkige pijn aan een niet-bestaande kies. Alles onderzocht en niets gevonden hebbende zei hij tenslotte: 'ik kan u feliciteren, u hebt geen kanker!'. Dank u.

En nu, 3 weken geleden, na talloze uiteenlopende onderzoeken en maandenlang pijnstillers eten, niet meer voor kaak- maar voor rugpijn, was ik bij een heel andere specialist. Toen ze me uit de wachtkamer kwam ophalen en niet alleen mijn hand schudde maar ook die van Henk, wisten we eigenlijk al hoe laat het was. 'Ik moet u helaas vertellen dat u kanker heeft', zei ze, gewoon zo, recht voor z'n raap. 
(Ergens in mijn achterhoofd hoorde ik Herman Finkers, die in een van zijn voorstellingen dezelfde boodschap kreeg en had gezegd: 'Wat vreemd, dat heb ik anders nooit!'). 

Zo is het dus. Over pech gesproken, deze hadden we nog niet. Longkanker, niet te opereren, maar wel met therapieën te bestrijden of draaglijker te maken. Morgen ga ik de mallemolen in, in Oslo. Geen idee voor hoe lang, en hoe geklutst ik daar weer uit kom.

Ook geen idee wanneer ik weer eens iets leuks kan schrijven in dit blogje. We zien wel. 

maandag 4 februari 2019

Roze wolken


Jammergenoeg kunnen we er niet op gaan zitten, maar ze zijn wonderschoon en ik kan het niet laten om er steeds maar weer plaatjes van te schieten...


Vooral in de herfst en in de winter, aan het eind van de middag, verkleden de hemel en de wolken zich in indrukwekkende roze-oranje-gele creaties, die nog steeds mijn mond doen openvallen van verwondering.

Hoe dit natuurverschijnsel precies in elkaar zit weet ik niet,alleen dat het iets te maken heeft met vrieskoude lucht en een lage zonnestand.


Het duurt altijd maar even, hoogstens een kwartier, en als er een stevige wind staat is het nog sneller voorbij.








Behalve er naar kijken kunnen we verder niets met deze wolken, helaas. 

Een klein spreekwoordelijk roze wolkje dreef hier dichtbij pas wel: na 8 weken te hebben gezeten met een stroomloze (en dus gesloten) winkel annex keuken, met alle desastreuze consequenties van dien, werd het probleem uiteindelijk verholpen. Het duurde even (understatement) maar na voorzichtig aandringen verscheen tenslotte een vriend van buurman Olav, die het defect snel had gevonden en de storing kon verhelpen. Halleluja!


Voor het overige is het vooral sneeuw, sneeuw en nog eens sneeuw, nu ruim 2,5 maand. Dat betekent dat Henk nog wat vroeger moet opstaan om de auto terug te zoeken en rijklaar te maken,

dat vanaf de voordeur naar beneden komen niet zonder risico's - en strooien slaat nergens op, zolang het elke dag blijft sneeuwen - 


en dat ook naarboven komen voorlopig een strompel-en-glijpartij blijft.


Ook om hout voor de kachel te halen moeten we naar boven, naar de schuur, en dat is ploegen,


en met een tas vol hout naar beneden glijden blijft een avontuur. 

Zoekplaatje: in sneeuwloze maanden is hier een stenen trap naar het terras...




dat zich nu volledig verstopt heeft, met de meubels en de bbq en alles.


En nog eentje: hier is ons mooie bankje voor de winkel, waarvan alleen het houtsnijwerk nog te zien is.


De winkel en de brievenbussen zijn nauwelijks nog bereikbaar - maar we zijn toch gesloten en de postbode heeft vervaarlijke spikes onder zijn laarzen, anders zou hij allang zijn nek hebben gebroken tijdens zijn werk.


De ijspegelgordijnen her en der zijn de dakgoten zwaar aan het belasten, dus daar zal wel  weer flink werk aan gewerkt moeten worden in het voorjaar. 


Tsja, je woont in Noorwegen of niet. Dan moet je houden van de winter.