zaterdag 31 augustus 2013

Pippi Pippi snap je niet

Dat we ziek zijn van vedriet?
Pippiiiiiii, waar zit je nou?

Pippi is ons kleine beest
13 maanden hier geweest
O kleine Pippi...
O kleine Pippi...
Maar hij ging hij er plots vandoor
Nu van hem geen enkel spoor...
Pippiiiiiii, we zijn in rouw.

Zo is het. Onze kleine zwarte panter ging meer dan 2 weken geleden buiten spelen - en kwam niet meer terug, tot nu toe. Het is vreemd stil in en om het huis, zeker na het vertrek van onze laatste logees. En vooral is het beroerd om niet te weten wat er met Pippi is gebeurd: toch een fatale ontmoeting met een auto? Maar hij is altijd zo bang geweest voor alleen al het geluid van een naderende auto, dat hij zich snel uit de voeten maakte, nog voordat de betreffende auto in zicht kwam.
Misschien dan een minder vriendelijke confrontatie met een wild dier: vos met jongen, hongerige wolf, fouragererende roofvogel?
Liever geloven we de suggestie van de buren, die vertellen dat het wel vaker voor komt dat een kat, vooral een jonge kater, de wijde wereld in trekt. En zich in leven houdt met muizen en vogeltjes, totdat hij op een dag besluit terug te keren naar huis.
Stiekem weten we dat dat niet echt een optie is, en stiekem hopen we allebei van wel. Maar we zijn er allebei aangeslagen door en dromen, letterlijk, dat hij op een mooie dag ineens door het groene gras van de heuvel die de tuin is, aan komt lopen. Met op zijn gezicht de eigengereide uitdrukking die boekdelen spreekt. "Hier ben ik toch, wat maken jullie een probleem van mijn uitstapje!".

Een in memoriam is dit dus niet. Maar waarschijnlijk is het wel, dat we Pippi nooit meer terug zien. Opnieuw: zo is de natuur. En die is niet logisch, rechtvaardig of sympathiek, in dit opzicht. Misschien had ik dat niet hardop moeten schrijven en is dit mijn verdiende loon? Flauwekul natuurlijk.

Bah. Morgen een positiever blogje.  

zaterdag 3 augustus 2013

scheppingsfoutjes


 
Ik blijf het rare foutjes in de schepping vinden. Of eigenlijk onverteerbare onvolkomenheden. Hoe onze lieve kleine Pippi van een onschuldig pluizenbolletje nu is uitgegroeid tot een wreed moordenaartje. De eerste muis die van de winter ineens door de kamer liep wekte bij de poes vooral verbazing - hij rende achter het angstige diertje aan, nieuwsgierig naar dit onbekende en uit zichzelf bewegende speeltje, totdat de muis in het midden van de kamer ging liggen en deed alsof hij dood was. Daar wist Pippi geen raad mee. En toen dacht de muis blijkbaar plotseling 'het is wel goed met jou, kom maar op!' en hij richtte zich op, stond recht overeind op zijn fragiele achterpootjes, oog in oog met zijn jager...Waarop Pippi onthutst terugdeinsde, zodat ik de muis kon pakken om hem buiten de vrijheid terug te geven.  
 
Dat is wel anders, nu. Kennelijk is Pippi's instinct tot volle wasdom gekomen: een poosje terug dronken we 's morgens in de zon naast het huis onze thee, terwijl de poes een voorstelling dacht te geven van het eindeloos treiteren en sollen met een piepklein, gewond spitsmuisje. Hem boos toespreken had geen zin; met de prooi in zijn bek koos hij het hazenpad. Zo vinden we regelmatig dode muisjes in de kamer of op de stoep, daar als trofee neergelegd of zo? Of om ons van voedsel te voorzien?
En dan met vogeltjes, die heeft hij in het begin van de lente al ontdekt. 
 
 
 
Vanuit de achterkamer zagen we hem zo'n kleurig vinkje mishandelen - en waar dat is gebleven ontdekten we later: in Pippi's maag, met huid en haar! Een paar dagen terug kwam meneer namelijk met een triomfantelijk gezicht en een kleine dode zwaluw in zijn bek het terras op, waar wij nog even van de namiddagzon dachten te genieten. Tot mijn ontzetting kraakte Pippi de kleine botjes en verslond hij het vogeltje in z'n geheel. Er bleven alleen een paar triestige minuscule veertjes over...
 
 
 
Ook hazelwormen behoren tegenwoordig tot het kattenspeelgoed. Die kronkelen, kun je in je bek nemen, in de lucht gooien, stukjes van af bijten, leuk! En wreed. Ik heb er 2 kunnen redden, maar wat er gebeurt als ik het niet zie: ik vrees het ergste.
 
 
Alleen de padden die met enige regelmaat uit bloemenperkjes tevoorschijn komen, daar kan dit roofdier helemaal niks mee. Hij vindt ze wel interessant, om achterna te rennen en gekke bokkesprongen omheen te maken, maar hij zet er niet z'n dodelijke kaken in. Gelukkig.  
 
'Zo is de natuur', zeggen we. Ja klopt, dat wordt dagelijks gedemonstreerd. Wij eten ook vlees van andere dieren. Maar zit die natuur zo fijn in elkaar? Ik vind het niet en blijf dit soort dingen gewoon foutjes in de schepping vinden. Die, hoorde ik toevallig theoloog Carel ter Linde onlangs op de Nederlandse radio zeggen, aan elkaar hangt van tegenstrijdigheden. Zo'n schepping is eigenlijk in z'n geheel een flinke aanfluiting, op z'n zachtst gezegd. En evolutie dan? Evolutie kan niets anders zijn dan een stomtoevallige, wrede en volstrekt zinloze opeenvolging van biologische processen.  
 
En toch vind ik Pippi na een poosje dan weer aanbiddelijk, en ben ik blij als hij na een nacht de hort op geweest te zijn door het raam naar binnen springt en uitgeput gaat bijslapen...
 
 
 
Iets anders dan deze natuur is er niet. We hebben het ermee te doen. En gelukkig zijn er heel veel dingen die wél kloppen. Bloemen bijvoorbeeld. Kijk dan!