woensdag 8 november 2017

Oogst te over en even uit

Ja, in die korte zomer in dit land wordt zo'n beetje alles tegelijk rijp en moet er dus razendsnel geoogst en verwerkt worden. 
Twee factoren bieden daarbij uitkomst. 1) vriezers - daarvan hebben we er inmiddels vier staan, en dan nog de vriesvakken in elk van de drie koelkasten - en 2) plukhulp. 

Marjorie en Theo bijvoorbeeld. Toen ze uit het hoge Noorden teruggekeerd waren en weer voor een paar dagen op Solvik waren neergestreken plukten ze talloze takken lijsterbes;



maar liefst 5 kilo van die bittere, oranje besjes. Daar maken we (naar een Deens recept) gelei, 'rognebærgelé', hier populair voor bij vleesgerechten. 



Of Suzanne en Konstantin, die met 9 kilo aroniabessen uit eigen tuin aan kwamen zetten. Aroniabessen, geen idee of die in Nederland bestaan en hoe ze dan heten, maar ze zitten vol met antioxidanten en zouden dus heel gezond zijn. 


Die zijn goed voor heel veel potjes pittige, dikke jam.


En dan buurtgenoot Roald, die de wilde pruimen die op zijn land uit de boom gevallen waren maar niet kon laten liggen. Hij bracht een emmer vol, en met Henks uurtje rapen erbij leverde dat 11 kilo op.... 


Die zijn allemaal tot gezonde ketchup getransformeerd, die lang houdbaar is. 
Tenslotte was er nog onze oude vriendin Else, die, net als in voorgaande jaren, veel te veel pruimen had in haar tuin - mooie gele:


11 kilo kwam ze brengen, en de jam daarvan hebben we 'plommegull' genoemd, 'pruimengoud'.


Maar alsof dat nog niet genoeg was bracht ze ook nog 12 kilo zoete roze Victioriapruimen! Die zijn verwerkt tot, je raadt het al, 'Victoriajam' en 'Victoriachutney'. Mooi van kleur. Helemaal mooi, al die gratis grondstoffen - veel werk maar flink gewin. 


De oogst van onze eigen teelt bleef dit jaar, los van de basilicum en de andere kruiden, beperkt tot een paar kilo tomaten, en die hebben we gewoon zelf opgegeten. Echt er veel lekkerder dan gekochte (geïmporteerde) exemplaren!


Dankzij Theo en Marjorie konden Henk en ik na al die oogst- en verwerkarbeid er even tussenuit. We lieten de zorg voor kippen en poezen voor anderhalve dag aan hen over en namen de boot naar Zweden. Om voordelige voorraden in te slaan over de grens, maar ook om heel eventjes ergens anders te zijn, en weer eens een bootreis te maken. 



Het is dan wel niet hetzelfde als de boot naar Vlieland, maar zo'n tochtje over de brede Oslofjord bezorgt ons toch een soort van vakantiegevoel. Zeker in stralend nazomerweer. Dat je aan boord taxfree kunt winkelen is mooi meegenomen.


En het allerkleinste, allergoedkoopste hutje dat we in Strømstad hadden gehuurd versterkte dat vakantiegevoel nog eens. We konden er heerlijk op de veranda (geen huis of hut, hoe klein ook, zonder veranda) in de namiddagzon een beetje borrelen en lezen, want het centrum van Strømstad is op loopafstand van de camping, zodat we de auto konden laten staan. 



 Alleen konden we onze 2-persoons lakenzak ook in de auto laten zitten, want de                1-persoons bedden in het piepkleine hutje zaten vastgeschroefd...


 's Avonds zijn we het levendige centrum aan de jachthaven ingewandeld. Het wemelt er van de terrasjes, cafeetjes en restaurants, en alles zat flink vol. 
Strømstad leeft voornamelijk van twee soorten jachttoerisme: ik bedoel van mensen die met hun jacht, boot, de ene nog weelderiger en protseriger dan de andere, dit soort kustplaatsjes aandoen. En van de jacht op koopjes, van Noren die regelmatig de oversteek maken om hun slag te slaan in de grote winkelcentra, waar het aanbod vele malen groter is en de prijzen vele malen lager zijn dan in Noorwegen. En niet te vergeten om zich eens flink vol te laten lopen met goedkope drank. 

Wij genoten van de luxe van 'uit eten gaan'! Dat was lang geleden... We vonden een tafeltje in een sfeervolle fusiontent genaamd Heat, en aten daar een heerlijk klaargemaakt gerecht van allerlei groenten en deeghapjes, met veel knapperig gebakken eendeborst. 


De volgende ochtend gebruikten we om boodschappen te doen. Eigenlijk afschuwelijk, die supergrote winkels met eindeloze rijen verschillende kaas- en vleessoorten, en massa's Noren die met een soort verbetenheid zoveel mogelijk spullen in hun tassen staan te proppen. Er is zo veel keus in alles dat je, als je niet uitkijkt, door de bomen het bos uit het oog dreigt te verliezen. Of je verdwaalt in de gangpaden, struikelend over winkelwagentjes, of wordt bijna onder de voet gelopen door fanatiek shoppende Noren, die blind om zich heen grijpen en zo'n beetje dwars door je heen lopen. Kortom, je moet er even doorheen, want het is wel degelijk de moeite waard. 

Met een goed lijstje in de hand wisten we in korte tijd alles te vinden wat we wilden inslaan. Vooral levensmiddelen, ingrédiënten, grondstoffen, hulpmiddelen etc. voor de catering. En bij een kledingoutlet vonden we en passant degelijk ondergoed en warme sokken met kleine weeffoutjes, en daarom voor een habbekrats. 

Aan het begin van de middag reisden we met een volle auto terug, nu over land de Noorse grens over (geen controle) en dan met de pont van Horten naar Moss, een tochtje van 20 minuten.



Thuis troffen we mensen en dieren in welzijn aan, en konden we op ons eigen terras onze verhalen kwijt. 



Zo hadden we nog twee dagen met z'n vieren. Weinig aanloop in de winkel dat weekend, en de eerstvolgende cateringopdrachten pas voor drie dagen later, dus we konden het rustig aan doen. 
Beetje lezen,


beetje breien, 


beetje puzzelen,


heel veel kletsen,


en zondagavond een knus afscheidsetentje, thuis. 


De familie trok huiswaarts, en zo was het september geworden, de logeerkamers weer stil en leeg en wij terug in de routine van alledag.  

Inmiddels is het november. De kippen leggen niet meer, 's nachts vriest het, 's morgens moet de houtkachel aan, 's middags is de zon voor drieën al achter de bomen gezakt en om half vijf is het donker. 
Maar morgen hebben we allebei een vrije dag en dat komt mooi uit, want dan is het precies tien jaar geleden dat we in Utrecht in het spoorwegmuseum trouwden. Onze tinnen bruiloft heet dat, die vieren we dus morgen. De champagne staat al koud.