donderdag 9 januari 2014

De feestdagen voorbij



Aan Kerst ontkom je niet, zeker in Noorwegen. Ik geloof dat 'Jul' hier zo'n beetje de belangrijkste tijd van het jaar is. Weken tevoren al word je doodgegooid met alles wat met die feestdagen te maken heeft, en in dit land staat dan met stip op 1: eten!
Natuurlijk gaat het ook om kerstbomen, lichtjes, kerstversieringen, kerstliedjes en wat al dies meer zij. Natuurlijk puilen de winkels al lang voor december uit van de kerstspullen en zijn de huizen vanaf begin december versierd, maar de meeste aandacht gaat toch uit naar de kerstmaaltijd. Traditie voert hierbij de boventoon. En van tradities wordt, behalve misschien in de paar grote steden die het land rijk is, zelden afgeweken.

Eten met Kerst is vooral veel, vet en zout: 'ribbe' (vet varkensvlees, zoiets als spareribs), 'pinnekjøtt' (gezouten en gedroogde schapenribben), 'julepølse' (heel dikke witte worst, die aan elkaar hangt van vet) en 'lutefisk' (door zilte zeewind gedroogde vis uit noordelijke regionen) zijn de belangrijkste bestanddelen van een echte kersttafel. Daarbij horen dan meestal een puree van aardappels met koolraap, rode kool en een soort rijstepap als nagerecht. Ongetwijfeld ligt de oorsprong van deze traditie in de tijd dat Noorwegen een arm, voornamelijk boerenland was - en daarvoor hoef je niet ver terug in de geschiedenis. Zo'n 100 jaar geleden was Noorwegen, op Albanië na, het armste land van Europa...De winterzonnewende was waarschijnlijk niet alleen de datum van ommekeer in het seizoen, waarop het einde van de donkerte en de komst van het licht werd gevierd. Het zal ook de datum zijn geweest waarop 'het varken' werd geslacht en men zich tegoed deed aan de laatste, opgeslagen wintervoorraden.

We werden wel lichtelijk moe van de radio, in deze weken; alle programma's leken uitsluitend en voortdurend te gaan over eten, eten en nog eens eten, maar dan alleen over wat het echte, Noorse kerstmaal dient te zijn. Over drinken werd niet gerept, terwijl dat minstens zo gangbaar is, zeker met Kerst. Omdat het eten zo vet is, is het aan te raden om aquavit te drinken, want dat helpt, is het hardnekkige verhaal. Ja ja.

Het was geen witte wereld, deze Kerst, maar voor ons een betere dan die van vorig jaar, toen we enigszins verweesd zaten te bekomen van onze plotselinge werkloosheid. En ook al zijn we ons voortbestaan hier nog altijd niet zeker, dit jaar konden we ook een beetje meedoen met Kerst. Ballen in een boom, binnen, is geen goed idee met een jonge kat in huis, dus die hebben beneden in de winkeletalage geprijkt - oplettende lezertjes van een zeker bedrijf zullen herkennen waaraan we ze hadden opgehangen!

 
En voor bij de voordeur hebben we een paartje 'Julemus' aangeschaft, een jongetjes- en een meisjesmuis, gekleed in, zeg maar, kabouterkleren. Eigenlijk zijn het de kleren die de 'nisse' draagt, een sprookjesachtig soort kerstdwergje - maar die zegt ons niet zo veel. Aan de andere kant ontgaat ons het verband tussen Kerst en muizen volkomen, maar deze twee vonden we wel lief.
 



Van de traditionele kerstgerechten hebben we ons verre gehouden - we integreren waar dat maar kan, maar er zijn grenzen - behalve van pinnekjøtt, en die viel best mee. De schapenribbetjes moeten 12 uur weken in water en vervolgens op roostergewijs geplaatste berkenstokjes (de 'pinne') in een braadpan urenlang zachtjes worden gestoomd. Niet slecht. De botten hebben we gebruikt om bouillon van te trekken.

Even voor Kerst kwam Henks baas uit Skien, toch 3 kwartier hier vandaan, ineens op de koffie met een grote doos bonbons. En laat op de avond van 1e Kerstdag werden we verrast met bezoek van (Noorse) kennissen, met een fles aquavit onder de arm... 'Gezelligheid zit in een klein hoekje' hoorden we in een Nederlands radiospotje, en dat was helemaal waar, die nacht.

Met Oud & Nieuw hebben we ook maar eens een Nederlandse traditie opgegraven:

 
 
Het werden rare gedrochten, maar ze smaakten prima en riepen herinneringen op aan lang vervlogen tijden, toen ik zó klein was dat mijn postuurtje niet eens tot de deurknop reikte.
 
 
Trots met een schaal door mama gebakken oliebollen, een theedoek om mijn hoofd tegen de olielucht in mijn haar...
 
 
De tijd staat niet stil, zoveel is duidelijk.
Wij gaan het nieuwe jaar in met goede moed en boordevol plannen. 'Het is niet de materiële rijkdom die er toe doet', schreef ons een wijze tante van Henk, 'maar de kwaliteit van leven'. Zo is het. En voor iedereen die we niet persoonlijk hebben benaderd: een mooi, fijn 2014!
 


donderdag 2 januari 2014

De zaak van de geheime bestelling

'The Case of the Secret Order' zou niet misstaan als titel voor een spannend verhaal van Agatha Christie - en spannend was het voor ons! Om alles op tijd verzonnen, geproduceerd, verpakt en getransporteerd te krijgen! Wat? De kerstpakketten voor Bestuur Regio Utrecht!

Eind juli kregen we te horen dat de opdracht om 120 verrassingspakketten met Noorse producten, zoveel mogelijk biologisch en van eigen makelij, door onze voormalige werkgever in Utrecht aan Solvik Mat was gegund. Een mooie en omvangrijke uitdaging!
Er moest in elk geval een fles zelfgemaakte wijn in elk pakket, en voor het overige was het aan ons om de inhoud te bepalen. Vanwege de tijd die met het transport gemoeid zou zijn én het tijdstip waarop de heleboel in Nederland moest worden afgeleverd (half november), zaten er restricties aan de keuzes die we konden maken. Alles moest zonder koeling lang houdbaar zijn, dus we konden een vlees, vis, kip of zuivelingrediënten gebruiken.

Begin augustus zijn we meteen aan de slag gegaan; we hadden 3 maanden de tijd.
Best gecompliceerd om de logistiek goed in de gaten te houden: sommige producten hebben rijpingstijd nodig, andere zijn na bereiding direct al klaar voor consumptie. Sommige ingrediënten zijn beperkt verkrijgbaar, andere moet je van ver weg halen. We moesten een grote hoeveelheid glazen potten bestellen, flessen inslaan, etiketten maken, een ontwerp laten maken voor op de wijnflessen.



We hadden extra brouwvaten nodig en een paar grote pannen. Moesten snel flink veel kruiden kweken in onze kassen (gelukkig zat het weer mee en groeiden ze als kool!), afspraken maken met leveranciers van biologisch fruit en groenten. De Aziatische winkels in de wijde omtrek afstruinen op zoek naar ingrediënten die in Noorse winkels niet te vinden zijn.

 
Voortdurend nieuwe wijn opzetten, bottelen, kurken en kapselen, totdat we 60 flessen rood en 60 flessen wit rustig konden laten rijpen.
 
 


Tegelijkertijd moesten we grote hoeveelheden mosterd opzetten, kilo's augurken snijden en inmaken, zeezout malen en mengen met verse knoflook en kruiden en alles de tijd geven om smaak te ontwikkelen. En zodra deze producten koel en donker met rust gelaten konden worden maakten we elke dag jam, marmelade en chutneys, totdat de logeerkamer vol stond met stapels volle kratten.

 



 

In de tussentijd haalden we honing bij een imker uit de buurt, lieten we fancy caramels van een zzp'ertje verder weg en met onze naam bedrukte pennen aanrukken. En werden er voor ons 120 stukken zeep op ambachtelijke wijze geproduceerd in Sandefjord aan de kust.

 
Tenslotte roosterden, suikerden en zoutten we avonden achtereen walnoten en pompoenpitten en verpakten we die in 120 kerstzakjes.


In die maanden gingen de pauzemomenten op aan het zaadjes peuteren: armen vol uitgebloeide lupines hebben we geplukt om de zaadjes uit de dozen te wippen en over 120 zelfgefabriceerde koffiefilterzakjes te verdelen. Hopelijk staan er komende zomer bossen paarse, witte en roze Noorse lupines in Hollandse tuinen!



Uiteindelijk vonden we het pakket goed gevuld en konden we alle spullen natellen, inpakken en klaarmaken voor transport.



Buurman Olav hielp ons aan pallets en zo hebben we alle 139 dozen gevuld met ruim 1300 potjes, flessen en zakjes beneden voor de winkel opgestapeld. En zo zijn onze laatste Nederlandse verhuisboxen weer vol naar Nederland geretourneerd...

 


We hebben er over getwijfeld om de pakketten zelf naar Nederland te gaan brengen, maar dat bleek niet haalbaar qua tijd en geld. Gelukkig vonden we Willem Drent, die ons in april 2012 naar Noorwegen heeft verhuisd, bereid om de klus te klaren. Hij rijdt wekelijks op Scandinavië en weet ons huis te vinden.

 
 
 



Op 4 november was het zo ver: de enorme truck reed voor en in no time was alles verdwenen in de laadruimte. Dag, kerstcadeautjes! Dag, maanden werk! Op hoop van zegen!

Het was nog een heel gepuzzel geweest om alle (Noorse!) regels voor export naar een EU-land te vinden en begrijpen, de juiste formulieren aan te vragen en alle export- en douanedocumenten goed in te vullen. Een beetje spannend was het dus toch nog, of alles zonder kleerscheuren de grenzen over zou komen. Maar het is gelukt!
Operatie export geslaagd. The Case of the Secret Order is closed!

Secret? Ja, de hele operatie moest tot vlak voor Kerst geheim blijven, om de kerstverrassing voor het BRU-personeel niet te verklappen. Lastig om er al die tijd niet over te kunnen communiceren op dit medium!
Renske, communicatievrouw, kent als geen ander de kracht en het belang van communicatie. Alsnog Renske, hierbij een samenvatting van 'the making of'. Het was ons een groot genoegen en hopelijk is het pakket in goede aarde gevallen bij onze oud-collega's!

woensdag 18 december 2013

Wolf?

 
Was het een wolf? Ja, ik denk het wel of sterker, ik weet het zeker, ik heb een wolf gezien!

Vorige week reed ik in het donker terug vanuit Skien, na weer een verhuisklus. Het was glad dus reed ik niet zo hard. Na een bocht zag ik langs de kant van de weg een vrij groot beest lopen. Eerst dacht ik dat het een hert was, maar de bewegingen en het loopje waren anders. Ook had het niet het typerende witte kontje. Het is maar waar je op let...Het dier draaide zijn kop om in het licht van mijn koplampen. Een kop van een herdershond, maar dam met meer zwarttinten, en een grijze vacht. Prachtig! In de omgeving waar ik reed zijn nauwelijks huizen en er is niemand hier die het in z'n hoofd haalt om z'n hond in het donker, los langs de weg te laten lopen. It must be a wolf!


Foto uit een lokale krant van een wolf in Skien
We weten dat er hier wolven voorkomen, maar de kans dat je er één ziet is niet zo groot want het gaat om zeer kleine aantallen.
Veel Noren worden al helemaal gek als er één enkele wolf gesignaleerd wordt en trekken massaal ten strijde. Afgelopen zaterdag is de jacht geopend op de wolf op de foto in Skien. 1.700 aanmeldingen om mee te doen. Leuk tijdverdrijf op de vrije zaterdag......Alsof het volksvijand nummer 1 is en in troepen de mens belaagt! In de hele fylke (provincie) Telemark zou het gaan om een handjevol wolven, op een immens grondgebied. De wolf is een schuw dier dat mensen uit de weg gaat en zich heus niet zal storten op het hondje dat je net aan het uitlaten bent. Er wordt elkaar angst aangepraat en het provinciebestuur heeft in al haar wijsheid besloten dat Telemark 'wolvenvrij' moet zijn. Dus schieten maar..!

De volgende dag vertelde ik Arild, mijn baas bij het verhuisbedrijf, schoorvoetend van mijn 'ontmoeting'. Misschien was hij ook wel een jager...Zijn reactie was overduidelijk: alleen een enkele schapenboer moet op zijn hoede zijn en het is 'helt idiot' dat er massaal en hysterisch gejaagd wordt op de wolven. Die beesten horen hier, ze waren hier eerder dan wij, hebben hier hun territorium en daar hebben we het mee te doen. Waarvan akte.

Vorige week stond ook deze foto in de krant. Een eland met haar kalf, die dagelijks de veranda en tuin bezoekt van een woning in Kragerø, hier niet zo ver vandaan. De dieren worden door de bewoners en hun buren bijgevoerd en beschermd tegen de jacht.

Noren en hun jachtgevoel, het zal nooit wennen.

 

zondag 8 december 2013

Harryreisje

Veel Noren steken regelmatig de grens over naar Zweden, om inkopen te doen: de prijs van veel levensmiddelen ligt daar een stuk lager dan hier, en het aanbod is gevarieerder. Je kunt er bijvoorbeeld allerlei soorten kaas kopen - wat in Noorwegen kaas heet smaakt niet zo naar kaas, vinden wij. Vlees, broodbeleg, boter, pizza's, kattenvoer en chocola bijvoorbeeld, kosten hier bijna twee keer zo veel als in Zweden. Maar ook alcohol en tabak zijn daar een stuk goedkoper, dus er wordt flink gesmokkeld. Dat is een publiek geheim en sommigen maken er een sport van, om met vele malen meer dan is toegestaan thuis te komen. Een 'harryreise' heet zo'n tocht, geen flauw idee waarom, maar vroeg of laat maakt iedereen 'em. Zo ook wij. Uit nieuwsgierigheid, en met een vrijkaart voor de boottocht, gekregen van onze vriendin Marit.
 
 
We reden naar de haven van Sandefjord en voeren op een enorm cruiseschip in 2,5 uur de Oslofjord over, naar Strömstad. Het was een koude maar stralende dag en een mooie oversteek.
 
 
Aan boord ontstonden onmiddellijk rijen voor het buffetrestaurant, voor vette worstjes en peperdure bordjes fletse patat, en vervolgens dromde het publiek naar de winkels en de taxfree shop. Waar iedereen die iets aanschaft bij de kassa weer een vrijkaartje voor een volgend bootreisje krijgt: Colorline stunt flink om harryreisjes aantrekkelijk te maken.
Om het betaalbaar te houden hadden wij een braaf broodtrommeltje en een thermosfles met koffie meegenomen, en met wat leesvoer op schoot vloog de reistijd om. Olav had ons gewezen op Nordby, 20 minuten voorbij Strömstad, een monstrueus winkelcentrum, waar we ons vergaapten aan de grote hoeveelheid winkels.
 
Eigenlijk liepen we een beetje als kippen zonder kop door het centrum, met een onaangenaam Hoog Catharijnegevoel, maar we konden wel met een paar interessante boodschappen (en slechts een paar pakjes sigaretten te veel) halverwege de middag de onbemande grenspost passeren. De terugreis deden we over land, met alleen de pont van Moss naar Horten, een 20 minuten durend tochtje dat we vaker maken (want in Moss zit onze glasleverancier).
Omdat het nu snel koud en donker wordt - de zon verdwijnt al om half 3 's middags achter de bergen en is er 's morgens pas rond 10 uur - en omdat de wegen nog begaanbaar zijn zonder sneeuw, hebben we deze week het harryreisje herhaald. Dit keer met een gerichte boodschappenlijst en een keurig lijstje met Noorse prijzen, om te kunnen bepalen wat wel en niet de moeite waard is om in te slaan. We wisten nu precies waar we moesten zijn en wat we wilden kopen. Beetje smokkelen kon dus makkelijk dachten we, maar oei, nu was er wel tolcontrole....Tot onze opluchting liet de vervaarlijk streng kijkende douanebeambte ons doorrijden, terwijl de auto achter ons de klos was. Pffffff!
 
De volgende dag was het 5 december, en wat we op het dak hoorden stommelen was jammer genoeg niet het paard van Sinterklaas. Het waren de bakstenen die de plastic noodvoorziening op het dak op zijn plaats moesten houden; ergens zit een kleine lekkage die Olav provisorisch had verholpen. Niet dus: ook Noorwegen werd die dag en nacht geteisterd door een hevige storm, en hoewel het hier in Telemark allemaal erg meeviel rolden de zware bakstenen zomaar van het dak...Het plastic zeil bleef als een rare verfrommelde hoop achter, half om de schoorstenen gedrapeerd.
 
Vervolgens viel de stroom uit. Eerst tegen vijven, toen we even op de bank zaten met een borrel - okay, geen man overboord, gewoon wat kaarsjes aan en na een kwartiertje was er weer licht. Maar terwijl we later boven de nieuwste lichting wijn aan het bottelen waren was het weer hommeles, en dit keer urenlang. We konden gelukkig nog een prak stamppot in een pannetje op de houtkachel opwarmen. Groot kampeergehalte die avond, zonder muziek, zonder pc....En zo hadden we noodgedwongen een vrije avond! Met zaklantaarns en hoofdlampjes én kaarslicht hebben we voor het eerst sinds lange tijd zomaar zitten lezen, dicht bij elkaar, dicht bij de kachel, en pas diep in de nacht floepte er hier en daar weer een lamp aan. Toen we al lang lagen te slapen.
 
Als je voor je eigen bedrijf werkt ben je nooit vrij, realiseerden we ons onlangs. Er is niet zoiets als een weekend, er zijn geen echte vrije dagen. We zijn regelmatig tot laat in de avond bezig met van alles, van etiketten plakken op de potjes tot het bijwerken van de boekhouding en er is altijd een eindeloze reeks dingen te doen. Zo nu en dan breekt ons dat dan ook op en zijn we allebei ineens heel moe. Een door een storm kapotgewaaide kabel of een omgevallen boom: ze zijn dus af en toe welkom. Lezen we weer eens een boek, zonder het nare gevoel dat er nog zoveel nuttige en nodige taken wachten.
 
Een harryreis kost ons al met al een hele dag: om 8 uur vertrekken, en om tegen half 7 thuis te kunnen zijn hebben we op de kop af 2 uur om boodschappen te doen. Voorlopig is het genoeg geweest, zeker nu het er sinds vanochtend zó uitziet:
 
 
 
Henk heeft alweer rode konen van het sneeuwscheppen, om ons huis en de winkel in wording bereikbaar te houden.
 
 
 
 
 
Het is half 6, min 7 en de hemel is zo helder dat de temperatuur nog wel flink omlaag zal gaan vannacht. Sinterklaas is ons voorbijgegaan, maar Koning Winter is gekomen.

zondag 24 november 2013

Lost and found

Gisteren, zaterdagochtend, hoorden we heel vroeg een zwaar gebrom in de buurt van ons huis. We konden het niet meteen thuisbrengen en sloegen er verder geen acht op. We wilden deze dag gebruiken om verder te klussen in de winkel beneden, maar eerst zaten we met een kop koffie en een sudoku wat bij te komen. Weer dat gebrom. Een grote helikopter vloog heel langzaam in cirkels in onze omgeving. Als een enorme bromvlieg hing hij voor en boven ons huis en onze tuin. De glazen in de kast trilden. Geen idee waar dit voor diende. Waren ze voor Googlemaps bezig of zo?
 
 
Toen Aleid onder de douche stond ben ik maar eens gaan kijken op de nieuwspagina's op internet. Tot mijn stomme verbazing en grote schrik bleek er, hier in Henseid, een meisje van 17 te worden vermist. Er werd al vanaf 2.00 uur 's nachts door de politie naar haar gezocht. Politie en tal van hulpdiensten hadden hun intrek genomen in het plaatselijke Grendahus (= buurthuis). Dat is nog geen 300 meter bij ons vandaan! En wij zitten hier maar wat te lummelen! Snel aankleden, een boterham en naar buiten. Ik wilde wat doen, helpen, maar hoe? De buurman die eerst ook z'n normale zaterdagse dingen deed, had ook nog maar net gehoord wat er aan de hand was. Olav ging zich melden als vrijwilliger om te helpen zoeken, dus ging ik met hem en Malin, zijn dochter, mee naar het Grendahus.
Dat bleek omgetoverd in een heuse commandopost, waar politie, reddingwerkers van het Rode Kruis en nog een paar clubs de zoektocht aan het coördineren waren. Werkelijk alles was uit de kast getrokken: hondenbrigades, politieboten, boten van het Rode Kruis en een zware Sea King-helikopter die met warmtezoekers de omgeving aan het scannen was. Het wemelde er ook van de vrijwilligers, die al terugkwamen van hun zoektocht, of, zoals wij, nog op zoektocht zouden gaan.
Aanmelden als vrijwilliger dus, met naam en mobiele telefoonnummer en dan wachten tot je wordt ingedeeld in een ploeg om een opgegeven zoekgebied uit te kammen, onder begeleiding van de georganiseerde reddingwerkers.
 
Veel Nederlanders die in Noorwegen wonen zijn verbaasd en willen nog wel eens klagen over de slechte georganiseerdheid en het gebrek aan planning in dit land. Maar hoe deze operatie werd aangepakt was werkelijk indrukwekkend. Dit kunnen de Noren dus wél, dacht ik, met het schaamrood op mijn kaken...
Jong en oud had zich aangemeld als vrijwilliger. Lange puberslungels, pensionados en meisjes, leeftijdgenootjes van het vermiste meisje, met bedrukte koppies. Het leek de gewoonste zaak van de wereld, dat iedereen zich inzette om het vermiste meisje te zoeken.
 
We popelden om op pad te gaan maar moesten wachten op de laatste, gedetailleerde instructies van de politie. Uiteindelijk zijn we in ploegen van elk 10 mensen op pad gegaan. Het gebied dat we moesten doorzoeken bleek een steile wandbeklimming! Ik klauterde naar boven over bevroren rotsen, mos, heide en omgevallen bomen. Ik ben toch duidelijk niet gewend aan dit soort terreinen! Ondanks de kou zweette ik als een otter. Links en rechts werd ik ingehaald door mensen van boven de 70 en stevig gebouwde huismoeders die als klipgeiten naar boven en weer naar beneden stoven...
 
Rond een uur of drie 's middags kregen we het bericht dat we terug konden komen. We waren volgens ons nog niet klaar met het hele gebied, dus wat was er aan de hand? Een beetje bedrukt en stil liepen we terug naar het Grendahus. We wisten niet wat ons te wachten stond. Goed bericht, fout bericht, geen bericht?
 
Bij het Grendahus is er bedrijvigheid en geroezemoes. Ik hoor dat het meisje is gevonden maar versta niet alles. Ik vraag er naar. "Hun lever", zeggen ze, "ze leeft!".
Een vreemd soort emotie maakt zich van mij meester. Ik weet niet naar wie ik gezocht heb, maar het voelt alsof het mijn eigen dochter is. Ik sta te trillen op mijn benen.
Op tijd, voor het donker en weer kouder wordt, is ze gelukkig gevonden. Een tweede nacht in de vrieskou zou ze niet overleefd hebben.
Het meisje is gevonden dankzij het doortastende en vastberaden optreden van politie, reddingwerkers en vrijwilligers. In totaal zo'n 100 mensen. Zoveel mensen wonen er lang niet in Henseid!
Het hoe en waarom het meisje in het bos terecht is gekomen houdt de gemoederen nog bezig, maar is nu eigenlijk niet interessant. Ze leeft en is teruggebracht in de veilige armen van haar ouders. Daar gaat het om.
 
Ik loop naar huis, schiet vol als ik weer bij Aleid ben en vertel wat er gebeurd is.
Ik ben onder de indruk van de vanzelfsprekendheid waarmee mensen elkaar hier helpen. Ik ben blij dat ik deel uit mag maken van deze samenleving en ben daar ook wel trots op. 
 
Foto uit een regionaal dagblad: een bootje van het Rode Kruis dat het water van het Tokemeer voor ons huis afspeurde. Links ons huis.

 
Het meisje is in zwaar onderkoelde toestand in de traumahelikopter afgevoerd naar het ziekenhuis in Skien. Inmiddels is bekend dat ze slechts lichte verwondingen heeft en dat haar toestand stabiel is. Henseid haalt opgelucht adem.

  
 
    
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 


dinsdag 19 november 2013

En dan die taal...


Na ruim anderhalf jaar hier is ons Noors nog steeds niet wat het zou moeten zijn: we redden ons steeds beter, maar de taal echt vloeiend spreken gaat nog niet. Weliswaar hadden we in Nederland al les gehad en met succes het examen basisniveau gedaan, maar na onze verhuizing ontbrak het ons aan tijd om die lessen, per skype, voort te zetten en ook het tweede niveau te behalen. Op de school in Drangedal hebben we een paar maanden in de klas gezeten met volwassenen uit alle windstreken. Dat was vooral gezellig, maar erg veel staken we daar niet op. Toen het na verloop van tijd in de catering zo druk werd dat we ons die ene schooldag per week niet langer konden veroorloven bood de avondklas voor immigranten uitkomst. Helaas is die nu wegbezuinigd en zijn we weer aangewezen op eigen initiatief. Leren, lesjes maken, rijtjes stampen?
Boeken, cursusmateriaal en naslagwerken genoeg, dat is het punt niet.


Noors lezen en schrijven, daarvoor draaien we onze hand nauwelijks meer om. Maar waar het vooral om gaat is praten en verstaan. Met name dat laatste levert nogal eens problemen op. Grammaticaal is Noors helemaal niet gecompliceerd - maar qua taalverscheidenheid is Noorwegen een behoorlijk gecompliceerd rommeltje! Niet zozeer omdat er twee officiële talen zijn, Bokmål en Nynorsk (wij hebben Bokmål geleerd), maar omdat het hier letterlijk wemelt van de dialecten. Ook Drangedal heeft een eigen dialect, en als je het dorp uitrijdt wordt er voorbij de volgende bocht in de weg alweer een compleet ander, voor ons onverstaanbaar taaltje gesproken. Zo'n beetje elke provincie, regio, streek, stad, dorp, gehucht, buurtschap kent een eigen woordenschat en een van de officiële talen afwijkende uitspraak én tongval. En dan heb ik nog niet eens de intonatie genoemd, die hier zangerig en daar juist zeurderig is...

Geen moeilijke taal zei ik, nee, want er zijn veel overeenkomsten met Nederlands, Engels, Duits. En juist die leiden soms tot verwarring. Kijk naar een eenvoudig plaatje uit een lesboek:

 
en dan naar de benaming van de genummerde voorwerpen:
 
 
 
Een (school)bord is dus een 'tavle', terwijl een tafel een 'bord' is...Logisch, toch?
Het persoonlijk voornaamwoord 'ik' is in het Noors 'jeg', maar dat spreek je uit als 'jij' - ook zo handig.
En zo zijn er talloze woorden waar je je gemakkelijk mee kunt vergissen omdat ze associaties oproepen waarmee je zomaar de mist in gaat. Als op de televisie wordt gezegd dat de film 'straks' begint en ik denk tot die tijd nog wel even de was te kunnen afhalen, blijk ik, terug met een armvol wasgoed, de eerste 10 minuten van de film te hebben gemist: het Noorse 'straks' betekent namelijk 'nu'.
Als iemand hier een 'matpakke' meekrijgt is dat niet een maatpak, bijvoorbeeld om naar de stomerij te brengen (wat al helemaal onmogelijk is, want stomerijen bestaan hier niet), maar een lunchpakketje. De vraag 'slett?' na lezing van een tekstbericht op mijn telefoon was de eerste keer ook zo raar - nou zeg, dacht ik, maar het betekent gewoon 'weggooien?'...
 
Toen we jaren geleden voor het eerst door Noorwegen trokken, oude kerkjes bezochten en over de bijbehorende kerkhofjes wandelden viel ons op hoeveel mensen hier Fred heetten, omdat dat op zoveel grafstenen stond. Totdat we begrepen dat de doden 'vrede' werd gewenst.  Als iemand vraagt of je de deur, etterbak, wilt sluiten, is dat geen belediging, maar het verzoek om de deur achter je dicht te doen.
 
Op de radio werd een tijd geleden een voetbalwedstrijd Noorwegen-Islam aangekondigd. Wat? dachten wij, wat moeten we ons daarbij voorstellen? Hoe organiseren ze zoiets? Bleek het te gaan om Noorwegen-IJsland (ieeslaaan, zeggen ze). Van die dingen.
 
Henk kent vanaf het begin weinig gêne over die taal en ons steenkolen-Noors. Hij praat met gemak en begaat af en toe ook met het grootste gemak hilarische blunders. We moesten eens een taart ergens afleveren, een typisch Noors baksel, genaamd 'Kringlekake'. Toen hij de doos met een charmante glimlach overhandigde aan de klant zei hij "alstublieft, hier is uw Kranglekake!". Oei!! 'Krangle' betekent 'ruzie maken'...Hier is uw ruzietaart....
Of toen we een spannend gesprek hadden gehad met de voor ons belangrijkste man van de gemeente, en Henk bij de deur ten afscheid vrolijk riep "vi snekkes!" Oei!! "vi snakkes" is heel gebruikelijk als afscheidsgroet, zoiets als "we spreken elkaar" - maar een snekker is een timmerman. Dus waarschijnlijk heeft Henk zoiets gezegd als "we timmeren elkaar!". Ik heb zelden zo gelachen.
 
Corrigeren doen de meeste Noren niet, als je iets fout zegt of verkeerd uitspreekt. Enerzijds uit een vorm van bescheidenheid: ze vinden het al gauw geweldig als een immigrant probeert hun taal te spreken. Niet handig voor ons, want als je niet wordt verbeterd gaat het leren traag. Anderzijds zijn Noren gewend aan afwijkende woorden en een rare uitspraak, vanwege de tientallen dialecten die in de omloop zijn. Als je niet precies hetzelfde praat als zij zijn ze eerder geneigd te denken dat je een paar dorpen verderop woont, of dat je van de andere kant van de bergkam vandaan komt. En dat is voor ons dan weer een voordeel - we staan dus niet zo snel voor gek.
 
Ik vind Noors meestal niet een mooie taal, qua klank, maar dat is een kwestie van smaak. Er zijn wel mooie en grappige woorden. Mijn lievelingswoord is 'kanskje', uitgesproken zonder die tweede k, en dat betekent 'misschien'. Treffend!
 
Gelukkig hebben we een oud-lerares in Drangedal bereid gevonden ons privéles te geven, vooral in conversatie. Sinds kort gaan we elke week een avondje bij haar thuis praten en oefenen. Else, zo heet het fragiele krasse knarretje van 71, laat ons kiezen welke avond - we weten namelijk niet altijd lang van tevoren wanneer Henk moet werken en hoe lang de verhuisklus in beslag neemt. "En komt het niet uit," zegt ze, "stuur me dan maar een sms, want ik heb m'n mobieltje niet altijd bij me. Bijvoorbeeld als ik aan het hout hakken ben".....
 
 
Dit is ze, Else Selman, die ooit de lerares was van de beroemde Noorse schrijver Kim Leine. Hij won twee weken geleden de prestigieuze prijs voor Scandinavische literatuur (de Nordisk Råds Litteraturpris 2013) voor zijn boek 'Profetene i evighetsfjorden', een magistrale historische roman die zich afspeelt in Groenland. In het Nederlands vertaald als 'De profeten in de eeuwigheidsfjord'. De Noorse omroep benaderde Else om commentaar, waarop ze zich naar de school spoedde om haar felicitatie op het schoolbord te schrijven.
 
Die taal...het zal nog wel even duren voor we zo'n boek in het Noors kunnen lezen. Maar we redden ons, steeds beter. Zeker nu Else ons ook de belangrijkste kneepjes van het Drangedalse dialect bijbrengt. Ze heeft beslist dat dat nodig is. 
 
 
 
  
 


 

donderdag 7 november 2013

Pianopech

Heb je zó'n imposante zonnebril, kun je nóg geen swingend potje piano spelen...de oude piano hebben we namelijk in Nederland achtergelaten. Geintje, maar helaas, vind ik nu, want wat in Utrecht niet kon, kan hier wel: lawaai maken zonder er iemand mee te storen.

 
Tweemaal pech is het eigenlijk. Henks dure multifocale zonnebril op sterkte bleek plotseling verdwenen, en die is onmisbaar: autorijden kan hier heel vaak echt niet zonder zonnebril. Daarom snel deze voorlopige oplossing aangeschaft: een zeer grote bril die over zijn normale bril past. Geen gezicht 2013, maar wel zo veilig. En om de torenhoge kosten te vermijden die we hier zouden moeten maken voor het laten aanmeten van een nieuwe zonnebril (en ook oogmetingen en alles wat verder bij zoiets komt kijken) hebben we via e-mail onze vertrouwde opticiën in Utrecht geraadpleegd. Die bleek gelukkig nog alle gegevens in het dossier te hebben, en goede service te kunnen verlenen. Dus is een nieuwe zonnebril in de maak, die wordt opgestuurd. Duur grapje, ja, maar nog altijd minder duur dan een Noors exemplaar.
 
 
Inmiddels heeft de herfst ook in Telemark zijn intrede gedaan; klein terugblikje op de Indian summer is echter wel op z'n plaats. Zie hier mijn hartverscheurend blauwe dagbloemen van eigen kweek...Elke dag een stuk of 10 op het terras, prachtige klimmers met hartvormige bladeren. En dan de tomaatjes - zowel op het terras als in het groentenbed hebben ze gefloreerd. De opbrengst voor een experimenteerjaar was helemaal zo slecht nog niet.
                                                                                                                                                                       
                    De natuur zelf heeft gezorgd voor prachtige rozenbottels in de tuin, die we na de eerste nachtvorst konden oogsten om er jam van te maken. Hoop werk, maar de moeite waard. 

Zo ook met de appels in de bomen van de buren. Van de 3 bomen is er maar eentje die goed eetbare, lekkere appels geeft, maar met die van de andere 2 wordt niets gedaan. Behalve door de herten, die ze graag komen eten, en door ons: van de valappels fabriceren we heerlijke, zuivere appelstroop! Kon nog wel eens een gat in de markt zijn, want appelstroop bestaat hier niet. We gaan het proberen; Noren zijn gek op zoet.



                                                                                                                                                                                                
 

 


       We hebben nog even een kort bezoek gehad van een zwerm zwaluwen; was het een tussenstop in de reis van het hoge noorden naar het warmere zuiden? Geen idee, maar ineens zaten er tientallen op de kabel voor ons huis, oorverdovend te kwetteren. En na een uurtje waren ze allemaal weer verdwenen.

 
 
 
Op een dag waren er ook nog heel erg onverwachte passanten, bij het zien van wie we onze ogen moesten uitwrijven - ehm, Noorwegen was het toch, waar we wonen? of eh....
 
 
 
Ze bleken te horen bij een soort kinderboerderij ergens verder weg, en waren ontsnapt uit het veld waar ze waren gesteld, hier vlakbij. Zorgden voor hilariteit toen ze aan de bloementuin van de buren begonnen, en werden met zachte hand gevangen en teruggebracht. Nadat wij hadden gebeld, want het gebeurde overdag toen er verder niemand in de buurt was.
 
 
Het was een lange mooie zomer en een heerlijke nazomer. Volop genieten in de tuin en bij ons molensteenterrasje. Nu zijn we klaar voor de kou: het hout is binnen,
 
 

Poppy is gesetteld, heeft voorheen Pippi's kussentje op tafel gevonden als prinsesheerlijk plekje (naast het woordenboek Noors, waar ze graag de kaftrandjes van beknabbelt),
 
 
en we genieten elke dag opnieuw van onze omgeving en het uitzicht daar op. Elke dag anders, elke dag verrassend mooi.
 
 
Herfst nu. De winter zal niet lang meer op zich laten wachten.