zondag 12 januari 2014

The return of the black panther

De wonderen zijn de wereld niet uit, dat weet ik vanaf vandaag heel zeker. Want anders is het niet te geloven, wat er is gebeurd. Onze Pippi is weer thuis....


Ik heb besloten dat ik dan dus ook maar meteen ga geloven in beschermengeltjes, en in Het Goede (tot op zekere hoogte dan). Dat is wel zo comfortabel, als je geen logische, aannemelijke of anderszins acceptabele verklaring voor gebeurtenissen voorhanden hebt.

Kijk, zó ging het:

Donderdag moesten we in Drangedal city zijn en kochten we het plaatselijke krantje. Daarin staat zelden iets vermeldenswaardigs, maar de advertenties zijn soms voor ons interessant. In deze editie had een eigenaar van een vakantiehut, hier zo'n 2 km vandaan, melding gemaakt van een rondzwervende zwarte kat...Die al maanden werd gesignaleerd in die omgeving. En onze harten gingen sneller slaan.
Vrijdagmorgen zijn we naar dat gebied gereden: een beboste berg, met hier en daar tussen de rotsen, hoog boven het meer, een houten hut. Al roepend ("Pippi, Pippi, waar zit je dan?") hebben we rondgelopen in de vrieskou, maar eigenlijk konden we niet geloven dat het onze Pip zou kunnen zijn, die we zouden aantreffen. We gingen erheen vanuit het idee van 'je weet maar nooit - maar het zal wel niet'.

Op een van de besneeuwde paden kwamen we een nors uitziende man tegen, die zijn postbus ging legen. Toen we hem de advertentie in de krant hadden laten zien wist hij onmiddellijk waar het om ging en wees hij ons de weg naar de plek waar die kat voor het laatst was gezien. De norse, stugge Noor ontdooide waar we bij stonden, toonde volop begrip voor onze zoektocht en troonde ons daarna nog mee naar zijn eigen hut. Om te laten zien dat vanaf daar het uitzicht over het Tokemeer wel het allermooist was!
Dat de zwerfkat niet bij hem binnen durfde te komen begrepen we: er liepen 2 kleine maar heftige hondjes op de veranda rond, keffend, hun territorium verdedigend.

De vriendelijke man sloeg ons telefoonnummer op in zijn mobieltje en beloofde ons te bellen als hij de kat weer zou zien. En wij stopten vertwijfeld briefjes met ons nummer in alle brievenbussen die we maar vonden. 'Je weet maar nooit', zeiden we - 'maar het zal wel niet. Het zou een wonder zijn, Pippi die zich ruim 5 maanden in het wild in leven heeft weten te houden. Ook al heeft een incidentele weekendgast, hutbewoner, hem misschien wel eens te eten gegeven'.

 

Maar verdorie, tijdens het allerbelangrijkste deel van de schaatswedstrijd waar Henk ademloos naar zat te kijken (in schilderskleren, want we waren vooral aan het schilderen in de winkel vandaag) ging de telefoon. Een vrouw in dat huttengebied had 'de kat' weer gezien!
Wij halsoverkop erheen, de auto achtergelaten bij de slagboom die dit soort gebiedjes meestal afsluit, en lopend in het donker op zoek naar de hut die de vrouw heerlijk duidelijk had omschreven als 'die grijze hut' - zaklantaarn en kattemand mee.
Voor vertrek hadden we al besloten dat we, mocht het Pippi niet zijn, die kat toch zouden meenemen. Hij was immers zijn baasje kwijt.

Maar we hoefden niets te beslissen: Pippi besliste. Zodra we een grijze hut waren genaderd, Henk voorop, hoorden we 'mauw?' en vanuit het aardedonker liep een grote zwarte kat Henk tegemoet. Toen de vrouw in de deuropening verscheen liep de kat naar mij toe en kon ik hem snel in de mand sluiten.

Thuis, in het licht, bleek het onmiskenbaar onze Pippi te zijn. Een paar witte haartjes onder de kin, een door een vechtpartij beschadigd oortje. Loeihard gespin en eindeloos kopjes geven. Maar.....wat is hij groot geworden! Hij is een kater geworden om U tegen te zeggen!
Hij liep het huis door zoals iemand dat doet die een tijd is weg geweest, at dankbaar een bakje brokken leeg, vleide zich voor de warme kachel en hield niet op met kopjes geven en spinnen. Wat een geluk!

De kleine Poppy vindt het interessant, zo'n grote soortgenoot, en gelukkig is ze niet bang. Al was het wel even blazen en uitvallen naar elkaar. Ze zullen aan elkaar moeten wennen, en vriendjes worden. Dat kost tijd en misschien wel een en ander aan gesteggel.

Gelukkig heb ik hier een gecertificeerd mediator in huis, die altijd partijen in vrede bij elkaar weet te brengen. Een poezenfluisteraar, die, overgelukkig, de hele avond op z'n knieën al communiceert met ze. Poppy en Pippi. Wondertjes, beschermengeltjes, ik geloof het allemaal, vanaf nu. We zijn weer compleet hier. En hebben geluk voor tien.


3 opmerkingen:

  1. Véronique Schwiebbe13 januari 2014 om 19:45

    Wow, wat een verhaal! Geweldig dat hij weer thuis is.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Fijn dat jullie Pippi weer gevonden hebben! Een echte kat met veel levens :-)
    Groet Franka

    BeantwoordenVerwijderen