maandag 1 juni 2015

handwerk

De lange donkere maanden liggen achter ons.
Er waren weekends zonder noemenswaardige klandizie in de winkel, weken zonder cateringbestellingen of markten, zonder betaalbare groenten of fruit om iets van te kunnen produceren. Maar we hebben de tijd goed kunnen besteden. Met schilderen bijvoorbeeld:
 
 
De beide houten bankjes die het hele seizoen buiten voor de winkel hadden gestaan bleken niet genoeg bescherming te hebben gehad van hun laklaag en zagen er, geteisterd door sneeuw, regen en wind, niet bepaald meer uitnodigend uit. Nu weer wel:
 
 
al kreeg de kersverse 'gammel rød' verflaag het half maart nog even hard te verduren:
 
 

 

 
en moest er plotseling weer sneeuw worden geruimd, als we de deur uit wilden...
 


of als we de auto nodig hadden....
Ook de vergeelde verf op de honderd jaar oude deuren in de achterkamer heeft een vers laagje gekregen:

 
Grappige deuren naar de tuin, die helaas niet meer open kunnen: volgens Olav zijn ze in geen honderd jaar open geweest en is bovendien de sleutel al even lang zoek. Op de een of andere manier verbaast ons dat niet echt...
 
Onze eerste, krakkemikkerige partytent was na 5 x opzetten al op zo veel plaatsen gescheurd dat hij onbruikbaar was geworden. Als tent dan, maar niet verknipt en vernaaid tot ca. 60 tasjes. Daarmee kunnen we de aanschaf van dure papieren tasjes voor in de winkel weer even uitstellen.
We moesten wel geduld hebben met verwerken van die enorme lappen knisperende kunststof, want de poezen vinden alles wat we op de kamervloer uitspreiden geweldig interessant om op en onder te spelen:
 
 
Niet te zien, maar hier zitten er 2 onder het zeil te klieren...
Avonden met de naaimachine op tafel, en het resultaat was bevredigend.
 


Ook onze parasol, wreed verwoest door een heftige stormvlaag, is getransformeerd in een paar tientallen winkeltasjes. Stevig en herbruikbaar.
En vervolgens hebben de goede stukken van nog wat oude gordijnen (in dit huis achtergebleven), tafellakens en te heet gewassen kledingstukken ook een tweede leven gekregen. Met van restjes wol en katoen gehaakte hengseltjes er aan geknutseld. Een rijtje kleurige tasjes fleurt nu de winkel op; we verkopen ze voor een paar kronen per stuk aan klanten die hun inkopen liever in een duurzaam tasje meenemen, dan in een plastic supermarkttasje, waarvoor altijd een kroon in rekening wordt gebracht.


Tenslotte - die naaimachine bleef tot ver in het voorjaar maar op de tafel staan - hebben kleinere stukjes stof van allerlei aard een plek gekregen in vrolijke lapjesdekens, met warme fleece aan de achterkant, voor op de logeerbedden.

 
 
 
Waar Pippi en Poppy zich natuurlijk ook voortdurend mee bemoeiden.
 
 
Verder zijn we flink aan het zaaien gegaan: groenten en kruiden voorkweken in de zonnige vensterbank, zodat ze als het weer het toestaat in de kasjes en bedjes in de tuin verder kunnen groeien. Hopelijk levert dat dit jaar iets op. Zodat we niet alleen pesto van eigengekweekte basilicum kunnen aanbieden, maar ook chutneys van tomaten, bosuitjes, courgettes etc. uit eigen tuin. Moet het weer wel meezitten.
 
 
Kortom, de winter was zinvol, we zijn klaar voor een vruchtbare zomer! 


vrijdag 15 mei 2015

Jubileum in tweevoud

Het had een feestje moeten worden, ons tweevoudig jubileum.
Op 11 april was het precies 3 jaar geleden dat we de deur in Utrecht en in Nederland achter ons sloten, nadat we veel schepen achter ons hadden verbrand. Daarop stapten we een volstrekt onzekere toekomst en een volkomen onbekende deur in Henseid binnen. En geloof het of niet, na een paar dagen voelden we ons helemaal thuis.

Op 11 april was het ook precies 1 jaar geleden dat we vol trots ons eigen bedrijfje openden. We hadden heel hard gewerkt en alles op alles gezet om dat voor elkaar te krijgen en jawel, het lukte - onze mooie Solvik Mat bestaat nu een vol jaar!
Al met al reden genoeg om een feestje te vieren dus.
Maar de omstandigheden rondom Pasen dit jaar dirigeerden anders.
Zodoende was er weinig tijd om een en ander goed voor te bereiden, te organiseren en onder de aandacht te brengen. We waren er met ons hoofd en gedurende een paar dagen ook fysiek niet bij, waardoor het dubbele jubileum eigenlijk jammerlijk in het water is gevallen. Volgend jaar beter, denken we dan maar.

De aanzet was leuk: het weekend voor Pasen hebben we een mini-Paasmarkt gehouden: wij in de winkel, met eierpasteitjes (met bacon of garnalen),

 
met kleurig geverfde en versierde hardgekookte eieren, 

 
en de uit Nederland opgestuurde zakjes eierverf, die hier onbekend zijn. Marit en Aksana hadden een kraam ingericht met hun spulletjes, in onze markttent die we naast de winkel hadden opgezet.
 
 
 
Helaas was het die dagen nog flink koud, en moesten we sneeuw ruimen om plek te maken voor die tent...  Marit en Aksana moesten zich telkens in de winkel komen opwarmen, en de klanten die nieuwsgierig genoeg waren om langs te komen haastten zich naarbinnen voor warme koffie en iets te eten. En gelukkig vertrokken de meesten dan ook wel met een tasje vol Solvik Matprodukten in potjes en zakjes. Maar de zorgzaam uitgestalde curiosa, sieraden en zeepjes bleven letterlijk in de kou staan. Voor onze vriendinnen dus weinig succes.  
  
Het weekend na Pasen was het dan de voor ons gedenkwaardige elfde april, het jubileum in tweevoud. Dit keer was het opzet die goed was: 3 oer-Hollandse dingen, zelfgemaakt natuurlijk: boterkoek, boterbabbelaars,
 

en heuse bitterballen!



Twee volle dagen hadden we in de keuken gestaan om tientallen prachtige exemplaren te maken, met goed rundvlees, mooie kruiden en zelfgemaakt paneermeel. Ze zijn zeer lekker geworden en we wilden alle klanten trakteren op een gratis bitterbal (met onze eigen mosterd natuurlijk), want bitterballen bestaan hier niet. Noren weten niet wat ze missen!
 
Winkel feestelijk aangekleed, slingers opgehangen, ballonnen opgeblazen, het hele weekend met een vrolijk humeur rondgelopen en de frituurpan op een zacht pitje warm gehouden. Geurige kaneelbollen, verse boterkoek, punten citroentaart, zakjes boterbabbelaars en eierpasteitjes warm uit de oven, alles was er. Behalve klanten.
 
Marit kwam met lieve bloemen, Aksana kwam met heerlijke bonbons, er kwam anderhalve digitale felicitatie en een karig handjevol klanten. Zelfs onze Nederlandse kennissen uit Drangedal en omgeving lieten het afweten - en lieten onze niet te versmaden bitterballen, gratis (!) aan zich voorbijgaan. Helaas. Leuk geprobeerd, flink misgekleund. We zijn geen doorgewinterde marketeers, we zijn beginnelingen.
 
Niet getreurd, kop op, we zullen doorgaan. En troosten ons met wat wel is gelukt:
 
 
 
de lente, de tuin, de natuur om ons heen! De bloemen, ze hebben zich dapper door de laatste resten sneeuw omhooggeworsteld en de kop weer opgestoken!


En dit. Dit blijft onbetaalbaar, zo maar voor het grijpen voor ons, elke dag opnieuw.
Daarvan halen we de moed zomaar weer uit onze schoenen.

 
 


zaterdag 25 april 2015

Mama in de biezen mand

Het was een stijlvolle uitvaart, de zaterdag voor Pasen.

Niet de gebruikelijke houten doodskist, maar een prachtige mand van gevlochten riet en biezen voor onze moeder had de familie uitgekozen. Daar bovenop werd een wondermooi bloemstuk met rozen in haar favoriete kleur vastgevlochten; de vier achterkleinkinderen hebben hun tekeningen bij de mand gelegd en elk een kaarsje aangestoken.

 
Foto's van allerlei fasen in het leven van de dode werden geprojecteerd: jeugdportretten, familiekiekjes, vakantiefoto's. Zus Marjorie en haar beide dochters Simone en Sanne spraken, alledrie dapper. Ze haalden liefdevol herinneringen op aan hun moeder en oma, met weemoed, maar vooral met humor.
Als intermezzo's hadden we mooie, passende muziek uitgezocht. Muziek die mijn moeder mooi vond, maar ook Brigitte Kaandorps vertolking van het ontroerende    ' Geen kind meer'.
 
Tenslotte drankjes en bitterballen, temidden van vele neven en nichten, vrienden, buren en kennissen. Het reüniegevoel, en het 'jammer-dat-we-elkaar-tegenwoordig-alleen-nog-maar- bij-begrafenissen-tegenkomen'-gevoel. Dat heb je nou eenmaal, als je ouder wordt.
 
Het was een waardig afscheid, met veel gevoel, geduld en inzicht geregisseerd en begeleid door de voortreffelijke uitvaartondernemer Gita Beets. We waren er allemaal van overtuigd dat mijn moeder zeer tevreden zou zijn geweest over het geheel - zo jammer dat ze zelf de biezen mand en de bloemen niet heeft kunnen zien...Ze zou het ongetwijfeld zonde hebben gevonden, dat die de oven in moesten.
 
Die mand deed me natuurlijk onmiddellijk denken aan het Oude Testament, het verhaal over Mozes:  
uit Anne de Vries' Kleuter vertelboek voor de bijbelse geschiedenis, 1948, illustratie Tj. Bottema (met excuus voor de rommelige scan, ik ben er nog niet achter hoe je zo'n ding kunt bijsnijden enzo) 




mijn hersens dwaalden terug naar de kinderbijbel, en dat is mooi, want aan die tijd heb ik fijne herinneringen. De kindertijd van veiligheid, van spannende verhalen die voorgelezen worden en van steeds opnieuw de plaatjes willen bekijken... Veel van die plaatjes zitten voor altijd in mijn geheugen geëtst. Zo ook deze, waarop het mollige Mozesje, uit wanhoop maar met zorg in een biezen mandje te water is gelaten. En gelukkig kort daarop werd gevonden door een verraste Egyptische prinses, waarna alles goedkwam. Kun je het mooier verzinnen?
 
Mijn moeder in haar biezen mand ging niet het verlossende water op, maar het reinigende vuur in. Daarmee is het verhaal van haar leven definitief afgesloten en die generatie van haar familie voorgoed verleden tijd. Nu zijn wij dus de oudsten. 


 

zaterdag 28 maart 2015

Even geen blog

bij haar 91ste verjaardag, mei 2013

Even geen blog nu - vandaag stierf mijn oude moeder, 2 maanden voordat ze 93 zou zijn geworden.
Vorige week werd ze geveld door een herseninfarct, waaruit ze niet meer tot bewustzijn is gekomen. Na een paar dagen in het ziekenhuis, waar werd geconstateerd dat er geen kans op herstel meer was, is ze naar haar eigen appartement teruggebracht en daar, in haar eigen omgeving en in haar eigen bed, heeft ze vanmiddag haar laatste adem uitgeblazen. Als laatste van een gezin van 6 kinderen: haar broers en zusters zijn haar allemaal allang voorgegaan. Einde van een tijdperk, dus.

als jonge vrouw..........en bij Kees' 50ste verjaardag in 1989 
We hebben niet altijd een fijne relatie gehad, mijn moeder en ik, en de laatste jaren is onze communicatie moeizaam geweest en tot een minimum beperkt gebleven. Maar ze had bewonderenswaardige kwalitetiten, zeker voor een vrouw van haar generatie: lef, durf, doorzettingsvermogen, zelfstandigheid, leergierigheid, ambitie. Ze had meestal een flink gevoel voor humor, kon veel en was eigenlijk nergens bang voor. Sterke vrouw!

En er zijn dingen waarvoor ik zal haar altijd dankbaar zal blijven: ik noem liefde voor muziek en voor dieren. Ik mocht alles met muziek (viool, piano, concerten bijwonen, platen luisteren) en alles met dieren - hoeveel poezen, konijnen, tortelduiven, schildpadden, vissen en parkietjes er wel niet bij ons hebben gewoond...en alles mocht, alles was goed. Mijn moeder nam ze in liefde op en leerde me hoe voor ze te zorgen. Haar hart was groot. En vandaag was het op.Henk en ik zijn even weg - naar Nederland, volgende week.

zaterdag 28 februari 2015

Heimwee


Ze zeggen dat het gemiddeld 3 jaar duurt, voordat je als emigrant zeker bent van je zaak. Dat je pas na 3 jaar kunt zeggen of je de juiste keus hebt gemaakt qua plek om te wonen, op de wereld, en of je echt wilt blijven waar je bent. Of dat je toch, min of meer onderhuids, verteerd wordt door heimwee, die je belet om je helemaal thuis te voelen in je nieuwe vaderland.


Wij naderen dat tijdstip - over een paar weken wonen we 3 jaar in Noorwegen - en we hebben onszelf en elkaar in al die tijd nog nooit kunnen betrappen op dat soort heimwee. Natuurlijk missen we wel eens iemand, of iets, maar heimwee naar Nederland: geenszins. We voelen ons hier op onze plaats en we zijn nog steeds blij dat we deze, toch behoorlijk ingrijpende, stap hebben gezet. Met alle onzekerheden van dien. We willen blijven. Ook een beetje voor dit uitzicht...


Ik heb last van een ander soort van heimwee: heimwee naar handschrift. Ik heb iets met handschriften. Volgens mij is een handschrift contact maken met taal; taal moet je niet alleen horen, maar ook zien en voelen. Schrijven is taal voelen.
Als eerstejaars egyptolgiestudent verbaasde ik me er destijds over hoe onze hoogleraar maar bleef benadrukken dat het belangrijk was dat we 'ons eigen handschrift' ontwikkelden - alsof we ooit correspondentie zouden moeten voeren in hiëroglyfen! Maar ik begrijp wat hij bedoelde. Niet alleen moeten je ogen taal zien (en moeten je hersens die begrijpen), maar ook moet je hand letters, tekens (of hiëroglyfen) kunnen voelen. Door ze zelf te schrijven.

Wat is er leuker dan, bijvoorbeeld op je verjaardag, handgeschreven kaartjes uit de brievenbus te kunnen halen? Of zelfs brieven? En om dan, zonder op de achterkant te hoeven kijken, het handschrift te kunnen herkennen en dus weten wie de afzender is? (Dat gebeurde mij afgelopen maandag gelukkig nog. Mondjesmaat: het merendeel van de felicitaties kwam elektronisch binnen.)
Of, andersom, hoe leuk is het om zelf bijvoorbeeld kerstkaartjes te knippen en plakken, en die van een persoonlijke boodschap en een postzegel te voorzien? Helaas is dat soort communicatie in een rap tempo aan het verdwijnen, want ingehaald door 'digitaal'. 

Op de middelbare school had ik een flink aantal correspondentievrienden (bestaat dat verschijnsel nog eigenlijk?),in binnen- en buitenland. Vaak waren dat leeftijdgenoten die ik tijdens vakanties had ontmoet. Zoals Jan-Erik uit Zweden, en Eva Beate uit Noorwegen. Na die ene kortstondige kennismaking bleven we elkaar jarenlang trouw schrijven, zonder elkaar ooit weer te hebben ontmoet. Natuurlijk heb ik hun brieven altijd bewaard, en hier, na meer dan 35 jaar, heb ik ze uit hun dozen opgediept en herlezen. Dat was een ontmoeting met puberteit en volwassenwording. Met hun handschriften, na al die jaren nog steeds zo vertrouwd! E-mail bestond toen natuurlijk niet. We moesten wel schrijven.

En yes! Ik heb ze onlangs beiden teruggevonden. Met kunst en vliegwerk, en dankzij de elektronische mogelijkheden die er nu zijn. Maar mijn schrijvende vrienden van toen, Jan-Erik en Eva Beate, ze zijn er nog! Heel veel ouder, maar dichterbij dan ooit. We hebben het contact nieuw leven ingeblazen. Alleen denk ik niet dat ik ze ertoe kan overhalen dat weer op de oude manier te onderhouden. Wie gaat er nou nog aan tafel zitten om te schrijven? Geen handgeschreven brieven dus meer, maar elektronisch contact. Helaas.

Inmiddels hebben we voor de derde keer mijn verjaardag hier in Henseid gevierd. Met een bos onvoorstelbaar grote rode rozen van Henk (zie boven!), de mooie mand van gevlochten gras, die ik zo graag wilde hebben voor mijn breiwol:

 
 
en een dinertje voor twee, van avocado's en gefrituurde garnalen, en zelfgebakken foccacia.

Handgeschreven verjaardags- en kerstkaartjes, heb ik besloten, ga ik voortaan nog maar bij hoge uitzondering sturen. Al was het maar om op de kosten van postzegels te besparen. Ongeveer € 1,50 per persoonlijk nootje hier vandaan! Laat ik maar met de tijd meegaan. Dan in het vervolg maar elektronisch. 

donderdag 19 februari 2015

Of mice and monsters

Ze zijn natuurlijk vreselijk leuk en lief, de poezen. Stuk voor stuk. Pippi in coma op z'n kussentje op de tafel,

 

of op het vloerkleed voor de kachel. Poppy eigenwijs op de balkonrand,

 
 
of uitbundig spelend met en aan de krabpaal.

 
De langharige Mungo van de buren, vredig slapend op de bank,
 
 
en het cyperse zwervertje met de platte oortjes, dat we maar Cypie hebben genoemd.
 
 



Ze zitten graag ergens in of op: Pippi in de (toen lege) kist voor het kachelhout,

 
Poppy in een van de poezenmandjes, maar dan het liefst onder het kleedje (zoekplaatje),
 
 
Mungo in een afgedankt aardbeienkistje,
 

en Cypie op Henks schoot.


Alemaal leuk en lief. Maar in die fluwelige, aanhankelijke kameraadjes schuilen tegelijkertijd akelige monsters, die onschuldige wezentjes vangen, martelen, vermoorden en ofwel opeten, ofwel verwachten dat wij dat doen, mochten we honger hebben.

 
 
 


 
 
 

Dit najaar was het flink raak: elke dag vonden we wel een lijkje op de stoep of op het terras. Soms zielige kleine babymuisjes, soms forse exemplaren. We hebben de afgelopen herfst denk ik meer begrafenissen verzorgd dan een gemiddeld uitvaartbedrijf in een jaar doet...
En dan heb ik nog niet eens die andere prooien meegeteld, de talrijke gevleugelde slachtoffers...Bah. De fotografische bewijzen laat ik hier maar even achterwege, anders wordt het wel erg veel dood en verderf in 1 blog.

Hoe we de poezen ook proberen uit te leggen dat we geen prijs stellen op dit soort cadeautjes, en dat we echt zelf wel voor ons eten zorgen, ze knopen het maar niet in hun oren. Het is onbegonnen werk. 'De natuur' is een hoeveelheid onbegrijpelijke mechanismen bij elkaar, ook gruwelijke, en het helpt niet om het daar niet mee eens te zijn.

Gelukkig kunnen we zo nu en dan een beoogd prooidiertje behoeden voor een wreed lot; af en toe zijn we de poezen sneller af en kunnen we een angstig bevend muisje redden en ongeschonden elders, buiten het zicht van de monsters, gauw loslaten.

Het is niet anders, we kunnen ze het jagen niet afleren. Maar het spreekt voor zich dat we ze vele malen liever zo zien, met de aaibaarheidsfactor lekker hoog, en de hilarische speelsheid die ze zo heerlijk maakt om naar te kijken.


 
 
 

 
 
 
Zo vredig...Totdat de lente zich aandient, met nieuwe generaties muisjes en vogeltjes, vrees ik. Zucht. Maar zo ver is het gelukkig nog niet.