donderdag 21 mei 2020

Ledigheid

'Ledigheid is des duivels oorkussen'  hoorde ik vroeger nogal eens. Stilzitten, niks doen, lanterfanten, klungelen, hangen en dat soort dingen, dat was uit den boze.  Nu heet dat chillen of relaxen. Hoe dan ook, ik ben daar nooit zo goed in geworden, in niks doen. 
En al die afgelopen maanden, sinds mijn lijf niet veel aan kan, heb ik het huishouden behoorlijk verwaarloosd. Beperkt tot het hoogst noodzakelijke. Henk moest veel bijspringen. Maar ik heb in plaats daarvan van alles en nog wat gedaan, dingen die niet veel lichamelijke inspanning kosten - alleen creativiteit. Kijk maar:




Van de bolletjes katoen met verlopende, zachte kleuren, die Angeniet me toestuurde heb ik een lekkere lichte zomertrui gemaakt,


van 3 losse stukken vitrage, die Marit ooit over had, heb ik gordijnen genaaid voor de ramen in de achterkamer. Niet tegen de inkijk (wie zou er hier nou moeten in kijken?) maar tegen de zon, die in de winter laag staat, en tegen vliegend gedierte in de zomer, als de ramen open staan. 



Geholpen door Mungo, die nooit te beroerd is om met bolletjes wol aan de slag te gaan, heb ik van restjes een lappendekentje gebreid en gehaakt, waar Poppy graag op ligt - een poezendekentje dus. En als Mungo daar niet bij kan, neemt ze genoegen met een plekje er- naast, op mijn veldbed in de kamer. Als ik even wil liggen moet ik dus genoegen nemen met de bank. Poezen zijn persoonlijkheden hoor....


Voor de koude dagen, maar eigenlijk ook voor voortdurend, omdat ik het altijd koud heb, heb ik een groot, lang, warm vest gebreid. Dat was sneller klaar dan ik dacht...


Omdat ik iets wilde doen met de gekke roze knopen die in het verrassingspakket van Greetje zaten, heb ik daar gewoon een trui omheen gebreid. Simpel, in spijkerbroekenkleur, dus prima passend op een spijkerbroek. En sinds we hier wonen draag ik vrijwel niets anders dan spijkerbroeken.  Ik voel me al gauw 'overdressed' in andere kleren. 


Dan het rompertje voor Yussie, het koalabeertje dat ik van Ria kreeg. Dat is een verhaal apart, dat moet ik hier even vertellen. 
Ooit had ik een tante in Australië, om precies te zijn, op Tasmanië. Het koalabeertje dat ze me als verjaardagscadeau stuurde toen ik 4 jaar werd was van echt bont (konijn?), met leren handjes en voetjes, en ogen als ontroerende bruine knikkers. We noemdem hem Tasman, en hij zat mijn hele jeugd als lievelingsknuffel op een plankje boven mijn bed.

Zo'n 25 jaar later verhuisde hij voor de zoveelste keer mee naar een nieuw adres, en toen ik hem uitpakte om hem een plekje te geven krioelden er tot mijn verbijstering ineens talloze kleine witte beestjes uit zijn lijfje.... Was er al die jaren leven geweest in dat mengsel van stro en zaagsel, onder dat bontvelletje? Hadden er eitjes in gezeten van een of ander Australisch parasietje of zoiets? 
Het brak mijn hart dat ik hem weg moest doen, en de andere knuffels uit de verhuisdoos moest ik ontsmetten in een sopje. Arme Tasman!

Tijdens een van de dagen dat Roely in het ziekenhuis aan mijn bed zat, in Oslo vorig jaar, heb ik haar dit verhaaltje verteld - ik zweefde van het ene delirium naar de andere hallucinatie, ratelde sentimentele onzin terwijl de infuzen het chemogif druppelden en de morfine me een vreemd soort energie gaven. Maar dit was echt. Een herinnering die om de een of andere reden plotseling opborrelde. 
Na Roely kwam Ria, met een opdracht van Roely: voor mij een koalabeertje kopen!   


Dat bleek niet gemakkelijk, maar in Oslo vonden we er samen eentje, een lieve pluizige knuffel, die ik Yussie heb genoemd en voor wie ik thuis een rompertje heb gebreid - je moet toch wat, als je maar niet uitgebreid wilt raken. En als je geen kleinkinderen hebt, voor wie je poppenkleertjes maakt....


Maar ik heb ook écht nuttige dingen gedaan, zoals kaarsen maken, van stompjes onopgebrande kaars en restjes waxinelichtjes. Dat is dankbaar en spaart geld.


Ook een afbeelding van het uiltje van Jan Mankes, mijn favoriete Nederlandse schilder, ingelijst en opgehangen. Drie maal het zelfde schilderij, in drie verschillende afmetingen, zo graag kijk ik er naar!


Dit jaar was ik op tijd met zaaien, en staat de vensterbank weer vol met van alles: ipomea's (dagbloemen), paprika's, tomaten, basilicum, selderij en lavas, en nog veel meer bloemen en kruiden. Ik zal later laten zien wat ervan geworden is.


Inmiddels ben ik een paar dagen opgenomen geweest in Skien, omdat het plotseling niet zo goed ging. Na een paar keer 24 uur te zijn gemonitoord en gescand kreeg ik een nieuw protocol, met andere medicijnen en een strak schema qua dagindeling. Nu heb ik 4 chemokuren achter de rug, gecombineerd met immuuntherapie. Tot nu toe lijken die kuren aan te slaan, zijn de tumoren een beetje gekrompen; binnenkort horen we of het de moeite waard is om door te gaan. 
Intussen proberen we de zon te blijven zien, spreken we elkaar moed in en leven we van dag tot dag - de toekomst is morgen en na morgen zien we wel. Een levenshouding die veel gemakkelijker omschreven is dan er daadwerkelijk op na te houden. De ene dag is vrolijker en hoopvoller dan de andere, De sombere piekeruren zijn hardnekkig. Maar meer keus is er nu niet. 

Vandaag Hemelvaartsdag. Niet voor mij: ik wou nog even op aarde blijven.  

2 opmerkingen:

  1. Meid, meid, dat jij nog tijd hebt om te ziek te zijn tussen alle bedrijvigheid door.... wat een leuke dingen heb je weer gemaakt. Fijn dat je daar zo veel plezier en afleiding in vind.
    Vanaf deze plek heel veel zon en een flinke pot met moed toegestuurd zodat je weer even verder kunt. Jullie zijn ongelofelijk dapper!
    Dikke knuffel van Wil

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Dank je Wil, elke vorm van bemoediging is welkom, ook op deze blog. Ik ben blij dat je zo meeleeft met ons.
    liefs, Aleid

    BeantwoordenVerwijderen