donderdag 19 februari 2015

Of mice and monsters

Ze zijn natuurlijk vreselijk leuk en lief, de poezen. Stuk voor stuk. Pippi in coma op z'n kussentje op de tafel,

 

of op het vloerkleed voor de kachel. Poppy eigenwijs op de balkonrand,

 
 
of uitbundig spelend met en aan de krabpaal.

 
De langharige Mungo van de buren, vredig slapend op de bank,
 
 
en het cyperse zwervertje met de platte oortjes, dat we maar Cypie hebben genoemd.
 
 



Ze zitten graag ergens in of op: Pippi in de (toen lege) kist voor het kachelhout,

 
Poppy in een van de poezenmandjes, maar dan het liefst onder het kleedje (zoekplaatje),
 
 
Mungo in een afgedankt aardbeienkistje,
 

en Cypie op Henks schoot.


Alemaal leuk en lief. Maar in die fluwelige, aanhankelijke kameraadjes schuilen tegelijkertijd akelige monsters, die onschuldige wezentjes vangen, martelen, vermoorden en ofwel opeten, ofwel verwachten dat wij dat doen, mochten we honger hebben.

 
 
 


 
 
 

Dit najaar was het flink raak: elke dag vonden we wel een lijkje op de stoep of op het terras. Soms zielige kleine babymuisjes, soms forse exemplaren. We hebben de afgelopen herfst denk ik meer begrafenissen verzorgd dan een gemiddeld uitvaartbedrijf in een jaar doet...
En dan heb ik nog niet eens die andere prooien meegeteld, de talrijke gevleugelde slachtoffers...Bah. De fotografische bewijzen laat ik hier maar even achterwege, anders wordt het wel erg veel dood en verderf in 1 blog.

Hoe we de poezen ook proberen uit te leggen dat we geen prijs stellen op dit soort cadeautjes, en dat we echt zelf wel voor ons eten zorgen, ze knopen het maar niet in hun oren. Het is onbegonnen werk. 'De natuur' is een hoeveelheid onbegrijpelijke mechanismen bij elkaar, ook gruwelijke, en het helpt niet om het daar niet mee eens te zijn.

Gelukkig kunnen we zo nu en dan een beoogd prooidiertje behoeden voor een wreed lot; af en toe zijn we de poezen sneller af en kunnen we een angstig bevend muisje redden en ongeschonden elders, buiten het zicht van de monsters, gauw loslaten.

Het is niet anders, we kunnen ze het jagen niet afleren. Maar het spreekt voor zich dat we ze vele malen liever zo zien, met de aaibaarheidsfactor lekker hoog, en de hilarische speelsheid die ze zo heerlijk maakt om naar te kijken.


 
 
 

 
 
 
Zo vredig...Totdat de lente zich aandient, met nieuwe generaties muisjes en vogeltjes, vrees ik. Zucht. Maar zo ver is het gelukkig nog niet.



 

1 opmerking: