woensdag 19 februari 2014

U piept zo lief..

 
Als ze een wit snoetje zou hebben zou ze een perfect Bart van der Leck-modelletje zijn!
Met haar 6 maanden is Poppy nog steeds een klein poesje, dat steeds handiger en behendiger wordt. Dat zag er eerst niet naar uit: als ze zich waste viel ze steevast om, ze sprong voortdurend ergens naast en maakte flinke smakken omdat ze overal van af viel. Ze vloog al spelend elke dag wel een paar keer uit de bocht en botste tegen meubels, struikelde regelmatig over dingen die er niet waren. Balanceren, afstanden inschatten, evenwicht bewaren - niet haar sterkste punt, dachten we. Het leverde vaak komische taferelen op, dat wel. Maar het is anders aan het worden:
 
 
tegenwoordig beklimt ze met verbluffende vaardigheid het wasrek (liefst als dat volhangt met natte was natuurlijk, zodat die verspreid kan worden over de kamers), wurmt ze zich tussen de houtblokken voor de kachel,
 
 
springt ze zonder aarzeling in de douchebak, de wastafel en de gootsteen (blijft gebiologeerd door waar dat water toch blijft),
 
 
en kruipt ze graag in dozen, teilen, lades, bakjes, mandjes, ongeacht wat daar verder in zit.
 



 
Ze eet uit de hand als een circusartiestje, rechtopstaand als een stokstaartje,
 
 
komt af en toe in de krant (wij ook trouwens, zie AD 18/19 januari),
 
 
kortom, doet alles wat een kleine poes hoort te doen -  behalve miauwen!
Dat stemmetje! Echt voluit miauwen lukt (nog?) niet echt: ze maakt flinterdunne geluidjes, nauwelijks hoorbare kreetjes, meisjeskreetjes. Grappige kleine piepjes. Ze piept zo lief!
 
Met buurpoes Mungo was ze sinds haar komst al innig bevriend;
 
 
gelukkig is ze nu ook helemaal blij met het gezelschap van de grote Pip. Vanaf de dag na zijn wonderbaarlijke terugkomst, inmiddels 5 weken geleden, zijn ze dikke mik samen.
 
 
Ze zijn onafscheidelijk! Als ze 's morgens samen hebben gegeten
 
 
volgt steevast een rondje vrij worstelen in de kamer; dan rollebolt er een kluwen pikzwart glanzend bont over het kleed, zó verstrengeld dat je niet meer kunt zien waar de ene kat eindigt en de andere begint. Daarna even bijtanken op een stoel en in het mandje;
 
 
en vervolgens gaan ze boven de boel op stelten zetten. Achter elkaar aan rennend en springend op en over de bedden, door alle kamers, door de gang, de trap op en af, maken ze samen zo'n lawaai dat het beneden klinkt alsof er boven iemand aan het verbouwen is. Of alsof er een kudde buffels op de bovenverdieping aan het marcheren is. Prachtig.
 
Pippi is weer helemaal thuis, waar hij zijn oude liefde heeft teruggevonden en een nieuwe liefde erbij heeft gekregen. Gezelligheid ligt op een geel bankje.