maandag 24 augustus 2020

Het water

Het grote water pal voor ons huis heeft eeuwigheidswaarde, bij wijze van spreken. In alle seizoenen biedt het verlokkingen en het is geen dag hetzelfde. Ons verveelt het nooit.


Maar het allerfijnst is het natuurlijk in de zomer, wanneer we het meer op kunnen in ons kleine open bootje. 

Vorig voorjaar moesten de buren, Olav en Else, na 30 jaar afscheid nemen van hun klassieke houten boot, die toen zo'n beetje uit elkaar viel van ouderdom. Maar omdat ze echt niet zonder kunnen hebben ze zo snel als het maar kon een andere gekocht. Ditmaal een moderner exemplaar, met een kajuit, slaapplaatsen en allerlei faciliteiten, zoals kookpitten en een toiletje. Het is van binnen net een camper, met overal kastjes, laatjes en kleine handigheidjes die de ruimte optimaal benutten. Heel erg knus, en met zelfgenaaide dekbedovertrekken en gordijntjes is het een minihuisje op het water geworden. 


Ze zijn er trots op en blij mee en varen als het maar even kan bijna elke dag, na het werk, zo'n uur of twee. Het grote meer met de vele inhammen en talloze onverwachte zijarmen biedt genoeg mogelijkheden om telkens een andere route te kunnen kiezen. 

Laatst namen ze ons mee voor een tochtje, heerlijk in de frisse lucht en de volle zon, genieten van de uitzichten op de veelal onbewoonde eilandjes en schilderachtige hutjes.







Het was een gezellig tochtje, met een glas bier erbij en verder alleen maar verse aardbeien, frambozen en druiven om van te snoepen onderweg. 




Ook dochter en schoonzoon van de buren, Malin en Øystein, hadden een nieuwe boot gekocht. Omdat ze nu drie kinderen hebben was hun oude modelletje te klein geworden, en wat er voor in de plaats is gekomen is zo'n groot monster dat het ding niet aan de reguliere steiger past. Die steiger, gebouwd en onderhouden door Henseids bootcommissie van vrijwilligers, zien wij vanuit ons huis:


maar voor de nieuwe grote boot moest een apart vlot worden gebouwd, aan de andere kant:


en ook dat zien we vanuit het raam. Het is een prachtig ruim vlot geworden, dat in al de afgelopen warme weken intensief is gebruikt door de kinderen en iedereen die wilde zwemmen. Een enorm succes met deze temperaturen! Want ook hier is de thermometer heel vaak de 25 graden en soms 30 te boven gegaan. Het water was warmer dan 24 graden! Henk heeft zo goed als dagelijks een duik genomen na het werk, en Olav gebruikte thuis de douche helemaal niet meer, liep gewoon met een handdoek en shampoo naar het water. 

  
Vergeleken bij deze boten is die van ons natuurlijk maar klein en bescheiden, maar nog steeds onze mogelijkheid om een beetje een vakantiegevoel te krijgen.



Veel tochtjes in de open boot maak ik nu niet mee, omdat ik na chemotherapie eigenlijk niet in de zon mag. 
Veel blogjes zal ik misschien ook niet meer schrijven, omdat de laatste vier sessies chemotherapie en immuuntherapie niets blijken te hebben uitgehaald. Dat werd ons vorige week duidelijk. De tumoren zijn in alle hevigheid terug en er is nu echt geen kans meer op genezing. Ik probeer het zo lang mogelijk vol te houden, want ik was nog helemaal niet klaar met leven, maar mijn lichaam denkt daar kennelijk anders over. Helaas.  

zondag 19 juli 2020

winkeltje spelen

Wat ik, behalve een beetje gezonder worden natuurlijk, eigenlijk het allerliefst wil, is Solvik Mat nieuw leven inblazen. Dus onze winkel weer openen en het cateringbedrijfje aan de gang krijgen. Solvik Mat is, hier in Noorwegen, mijn werk. En het voelt niet fijn om niet te kunnen werken, terwijl het werk één verdieping lager ligt te wachten, ik thuis weliswaar ziek ben maar niet de hele dag bedlegerig. Ik zou zo graag aan de slag willen kunnen! 

Als ik beneden moet zijn zie ik hoe droevig leeg de etalages nu zijn:




De kleuren van het gevelbord zijn verschoten, maar om totale verwoesting te voorkomen (buurman Olav wilde de muur met een hogedrukspuit schoonmaken) hebben we het maar even binnen gezet:


De schappen, kastplanken en laatjes zijn verdrietig leeg - wat er nog aan houdbare produkten was hebben we in de koele en donkere voorraadkelder opgeslagen. Wie weet wat er nog te redden valt, na 1,5 jaar...




Ik bakte elke week iets lekkers; het laatst blijkbaar haverkoekjes, een Zweedse specialiteit, en pindakoekjes...


Maar een poosje terug, toen ik plotseling dagenlang energie genoeg had, ben ik stukje bij beetje begonnen aan een 'grote schoonmaak'. Fornuis, oven, twee koelkasten, drie vriezers, de afzuigkap, alle apparaten en machientjes, alles uitgeruimd of uit elkaar gehaald en grondig gepoetst. Een teil met heet sop, een vracht aan sponsjes en doekjes, latex handschoenen en een aantal heftige schoonmaakmiddelen in fles en spuitbus. Een goed humeur en heel hard meeblèren met de radio - ik stoor er niemand mee - en elke dag ongeveer een meter opschieten. Dat was een forse klus, die ik in etappes deed: elke dag een uur. Maar het was heerlijk om de winkel en de keuken stukje bij beetje te zien opknappen. Alles aan pannen, schalen, serviesgoed en keukengereedschap is in de afwasmachine geweest en staat nu weer te glimmen, op schone planken. 





Het is ook goed om alles nog eens door mijn handen te laten gaan. 
Dat brengt herinneringen naar boven, over hoe we, nu zo'n zes jaar geleden, de winkels in tweedehands spullen afstruinden, en de Noorse variant van Marktplaats voortdurend in de gaten hielden, op zoek naar bruikbare en zo goedkoop mogelijke keukenspulen. 
Totdat we uiteindelijk de hele inventaris bij elkaar hadden gespaard voor weinig geld. En wat we aan noodzakelijks niet in dat circuit konden vinden haalden we bij Ikea, in een dagtocht naar Oslo. Potten en potjes voor onze produkten moesten van de groothandel komen, etiketten en menufolders maakten we zelf. Het was pionieren met veel improvisatie en veel plezier. 

Er borrelen bij mij ook een reeks wonderlijke voorvallen op, dingen die gebeurden toen Solvik Mat eenmaal op volle toeren draaide. 
Zoals die zorgvuldig geconserveerde auto uit het jaar nul, die op een bloedhete zomerdag aan kwam rijden en zomaar middenop de straat bleef staan. De bestuurder strompelde er uit en plofte op zijn rug in het gras op de helling voor de winkel. We schrokken ons een hoedje, was hij niet goed geworden, moesten we de ambulance bellen? We haalden hem naarbinnen, waar hij in de koelte van de winkel en pal voor de ventilator die we daar hadden neergezet, op adem kwam en om koffie vroeg. 
Hij bleek 90 jaar oud te zijn, was zijn leven lang visser geweest en reed eigenlijk nooit zo vaak in z'n auto...Maar nu zou hij ergens op bezoek gaan en daarom had hij het ouwe vehikel maar weer eens uit de schuur gehaald.. Hij had zich er op verkeken, hoe inspannend autorijden is, zeker bij deze moordende temperaturen.... 
Na en paar flinke stukken van onze versgebakken boterkoek, even zoveel mokken zwarte koffie en een waterval aan verhalen uit de oude doos stapte hij weer monter in z'n auto en zwaaide vrolijk naar ons tot het eind van het straatje.

Iets dergelijks overkwam ons met een man van een jaar of 50, in wielrenners outfit, die zijn design-racefiets zo ongeveer tegen de gevel smeet. 
Uitgeput worstelde hij zich door ons vliegengordijn en zeeg op een stoel neer. Eerlijk gezegd zag hij er uit alsof hij gisteren was overleden, zo gruwelijk grauw en bleek...Hij had veel te veel kilometers gereden, zonder pauze, terwijl het ook die dag warmer was dan 25 graden. Gelukkig was het een kwestie van uitdroging en brandstoftekort, in 3 kwartier opgelost met 3 flesjes appelsap en 3 van onze onvolprezen tosti's salami-kaas. Daar knapte hij flink van op en nadat hij ons had beloofd op zijn verdere tocht op tijd pauzes te nemen (en onze zak met gemberkoekjes aan te breken) vertrok hij, op weg naar de kust, waar hij met iemand had afgesproken. 

Er kwam een keer een voluptueuze dame in de winkel, die erg geïnteresseerd was in ons, hoe we toch hier in een buurtschap als Henseid terechtgekomen waren. Zelf was ze hier nog nooit geweest, en nu op doorreis, want op tour: ze was operazangeres. Een gevierde, vonden we later op Wikipedia. 

En er was een keer een man die maar geen genoeg kon krijgen van onze minipizzaatjes. Hij zat buiten op het terrasje in de zon koffie te drinken, en kwam telkens een nieuw exemplaar van de ansjovis-olijvenpizza kopen. Zijn gezicht kwam ons heel bekend voor, en diezelfde avond zagen we hem op de televisie, waar hij een goed bekeken boekenprogramma presenteerde. 

We hebben een keer een uitgebreide tapasmaaltijd voor 10 personen verzorgd en bezorgd bij een luxe hut niet ver hiervandaan een. Die hut is van een vrouw uit Oslo, wier naam bij ons een belletje deed rinkelen: ze blijkt een bekend televisieregisseur te zijn, wie naam we minstens 2 x per week bij de aftiteling van het nieuws voorbij zien komen.

En zo is er nog een keur aan grappige belevenissen - maar de deksel op de verhalendoos moet hier maar weer even dicht. 
  
Helaas moest ik de 'Solvik-Mat-klaarmaken-om-opnieuw-te-kunnen-beginnen-actie' staken, omdat ik een behoorlijke terugval kreeg. Daarnaast kon ik een paar weken lang nauwelijks meer de trap op of af, vanwege heftige bronchitis, die me letterlijk de adem heeft benomen.

De antibioticakuren hebben geloof ik wel hun werk gedaan. Nu morgen en volgende maand nog een rondje chemo/immuuntherapie en eind augustus horen we of ook die hun werk naar behoren hebben gedaan. Zo ja, dan kan ik misschien verder met Solvik Mat, en hoef ik over een paar maanden geen 'nee, helaas' meer te verkopen op cateringverzoeken, die af en toe komen. Van zowel nieuwe als van vaste klanten. 

Een van die vaste klanten zit achter een van de receptiebalies in het ziekenhuis in Skien. Ze vraagt ons elke keer wanneer we nou weer eens open gaan, omdat ze onze maaltijden bij familieverjaardagen en ook zomaar weekendjes knus met haar man alleen, zo mist...

Kijk, dat soort dingen, daar krijgt een mens moed van. En moed, dat is wat we nodig hebben. Ook als straks de uitslagen niet gunstig blijken te zijn. 
  


maandag 15 juni 2020

omdenken

Het is een betrekkelijk nieuwe en in elk geval volgens mij modieuze term. Vorig jaar kreeg ik daarover een boekje van communicatiespecialist Renske. De term geeft wel precies weer wat ik probeer te doen: omdenken. Namelijk proberen niet te denken in termen van en te peinzen over 'niet meer' maar in termen van 'nog niet'. Dat is niet  bepaald gemakkelijk, maar ik doe mijn uiterste best om die vorm van omdenken in de praktijk te brengen. Ik bedoel dat ik als het ware een loopje neem met de tijd en mijn schouders ophaal over mijn eigen vergankelijkheid. Je kunt het ook een vorm van positief denken noemen. Ook zo'n term, waar ik geen goed synoniem voor ken.

Ik vind het bijvoorbeeld heel dramatisch dat ons winkeltje en het cateringbedrijfje, Solvik Mat, nu al zo lang gesloten zijn, en of het een realistisch plan is of niet, ik denk daarover om. Ik wil namelijk niet geloven dat we 'niet meer' open kunnen, ik wens te geloven dat we 'nog niet' open kunnen. Alleen zo houd ik de moed er in. 

Af en toe ben ik beneden in de winkel en zie ik weer hoe gezellig, goed verzorgd en uitnodigend het er daar uitziet. Hoe efficiënt het keukengedeelte is ingericht. En dan gaat het kriebelen - als alles weer beter gaat begin ik daar weer! De vriezers liggen nog vol met rozenbottels en blauwe bessen om te verwerken, ik heb allerlei ideeën voor nieuwe gerechtjes, en voor een jubelende, aansprekende flyer waarin we de heropening van Solvik Mat aankondigen. 
Kortom, het kan nu nog niet, maar ooit wel. En ik speel dat 'ooit' binnen bereik ligt.

Dit is maar één voorbeeld van het omdenken dat ik probeer te praktiseren. Maar voor de natuur om ons heen en de tuin is dat helemaal niet nodig. De bomen, struiken, planten en bloemen denken helemaal niks om: ze gaan hun eigen gang en waar nodig helpen we ze een handje. Dankzij het prachtige weer van de laatste weken hebben we, meer dan in vorige jaren, veel aandacht kunnen besteden aan dat alles. Getuige deze foto's.



Eigenlijk begon het met de bosanemoontjes, die plotseling overal opdoken. Hier en daar verschenen in de tuin een paar tulpen en wat bosjes knalgele euphorbia's, en toen vonden we het tijd ons terras aan te pakken. 







Weg met het terrastapijt, dat 8 jaar trouw dienst heeft gedaan maar nu vies en versleten is, en weg met de rieten stoelen die uit elkaar beginnen te vallen...




Gevlochten plastic matten hebben we neergelegd, niet erg milieuvriendelijk, maar wel heel praktisch (zeker omdat de kippen een en ander achterlaten op de vloer) en een paar nieuwe, weerbestendige stoelen gekocht. Veel keus in tuinmeubelen is er hier niet, en iets moois is eigenlijk gewoon niet te vinden, maar deze vonden we acceptabel. Zo ziet het er in elk geval een stuk frisser uit.



Hoekje met opgekweekte tomatenplanten, paprika's en kattegras. Dat laatste vinden de katten absoluut niet interessant, maar de kippen smullen ervan, vreemd genoeg!



Margrieten aan de balkonrand, de vervallen trap een beetje versierd met geverfde blikken vol tussen het grind uit geplukte plantjes aan de ene kant, en mijn mozaïekjes van vorig jaar aan de andere kant.




Elke dag een half uurtje onkruid plukken uit het grind op het oprijpad. Rotwerk, maar op den duur echt wel de moeite waard en een ergernis minder...


In de ogen van veel Noren zijn lupines ook onkruid - wij vinden ze prachtig, maar het is wel nodig ze in het voorjaar uit te dunnen want ze overwoekeren alles. 


En ja, je draait je om en ze zijn er weer, juichend in paars, roze en wit.




Aan de voorkant van het huis naast de winkel hebben we een minituintje aangelegd, met zeer burgelijke hekjes, die de geplante bollen moeten beschermen tegen de kippen;



maar we kunnen moeilijk overal hekwerkjes omheen zetten, dus de kippen woelen toch wel gezellig door de verse tuinaarde en het overal op gestrooide 'dekbark', spul dat vocht langer vasthoudt. En of daar nou door mij geplante akeleien staan of niet, dat maakt ze niet uit. Maar ach, er is genoeg van alles. Een kip moet vrij kunnen rommelen en wroeten, daar is  het een kip voor. .


Geraniums die tegen een forse regenbui en windvlagen bestand zijn, in potten, 




een enthousiaste petunia in een hangmand,


en een robuuste metalen gieter aangeschaft, die nu echt elke dag gebruikt moet worden, voor de bakken en potten waar we met de tuinslang niet bjj kunnen. 


We hebben ons weer in een wolk van eau de toilette gewaand toen de seringenhaag tot volle bloei kwam:


De plantentafeltjes een nieuwe laag witte verf gegeven, clematis aangeschaft die straks de muur moet gaan bedekken, samen met de gezaaide en opgekweekte ipomea's, in blauw en paars,  

  
viooltjes in een hangbak gepoot, onder het keukenraam,


en zo kan ik nog wel een tijdje doorgaan. Waar het op neerkomt is dat de tuin en alles er omheen mooier is dan ooit tevoren, en dat we daar elke dag van genieten. Dat is ook positief. En positief moeten we blijven. Zolang het weer meezit lopen we elke dag alles langs, om ons te verbazen over hoe goed alles het doet, en hoe dankbaar ons werk is en is geweest. En om tegen elkaar te kunnen zeggen 'kijk, die Japanse kersenboompjes zijn aangeslagen - en kijk, de rododendron staat op springen!'.  Een tuin is nooit klaar en blijft een avontuur, dat weet iedereen die een tuin heeft, dus we blijven bezig. Positief bezig. Daar gaat het om. We laten het positieve het negatieve overwoekeren. Nu kan het.