plukken we een schaal frambozen en wilde aardbeien, en drukt Henk mij bij herhaling terug in mijn stoel voordat ik toch aan een ontzettend noodzakelijke activiteit wil beginnen. Avslappe, ik weet het niet. Straks is de zondag om en kan ik bijna niets afstrepen van dat lijstje....
Een paar dagen terug keek ik bij de rozen aan de voet van de rotstuin, en daar vlakbij vond ik een stuk wel heel keurig opgerolde tuinslang. Zwart en wild, en gezien de opvallende verdikkingen halverwege het lijf in alle rust bezig met verteren, van, denk ik, een flinke muis of twee.
Het andere zwarte en wilde hebben we hier in huis. Het galoppeert onvermoeibaar door alle kamers en de trap op en af, grijpt ons bij de enkels als we uit bed stappen, bespringt ons vanuit de meest onverwachte hoeken en valt ook gewoon van het ene op het andere moment zomaar in slaap, in het volste vertrouwen op schoot. Of het vleit zich in Henks nek en likt alles daar grondig schoon. Maar het kan ook zomaar ineens uit een (stom!) open raam vallen. En twee verdiepingen lager verbaasd om zich heen kijken. Niks gebroken natuurlijk, en luid spinnend op de haastig naar beneden gesnelde arm terug naar boven gelift. Pippi is de naam, Pippi Solvik - stirred, but not shaken.
De kleine zwarte panter weet inmiddels dat gordijnen leuk zijn om in te klimmen, en dat vliegen eindeloos irritant zijn. Hij krijgt ze maar niet te pakken. Met de kunstige kop van de Egyptische Sachmet in de vensterbank heeft hij niet zoveel, maar samen zijn ze toch een apart plaatje!
Er zijn meer dingen in het leven die Pippi eindeloos intrigeren. Onbegrijpelijke geluiden en bewegende beelden. Zoals de televisie ...
De poes went aan mensencultuur, wij wennnen aan natuur. Het gaat er om dat we een beetje één worden, denk ik. Mijn man en mijn kat zijn daarin al een eind op weg geloof ik. En daar zijn ze trots op.